Gedurende dit studiebezoek werden ontmoetingen gepland met managers, beheerders of technisch verantwoordelijken, die kennis en expertise bezitten mbt de volgende topics: -Het verwerven van (textiel)machines door musea: wat zijn de selectiecriteria, hoe verloopt de procedure? -Werkende (textiel)machines in museale opstelling: behoudsvragen (wie restaureert en hoe?) / veiligheid (oude machines, moderne voorschriften) / opleiding van de operatoren (het duurzaam borgen van het ICE gedeelte) -Kennisverwerving mbt de mule jenny (een Vlaams topstuk met Engelse roots) -De netwerken van industrieel archeologische musea in Duitsland (welke zijn er, wat is hun functie, kan het MIAT aansluiten?) In de komende twee jaar zal het MIAT het grootste gedeelte van haar vaste opstelling vernieuwen. Chemnitz was net als Gent een belangrijke textielstad. Zowel het MIAT als het Sächsisches Industriemuseum bewaren een mule jenny. Het exemplaar van het MIAT werd in 2009 erkend als Vlaams Topstuk. Ook op de site van de Tuchfabrik Gebr. Pfau worden, net als in het MIAT, machines actief aan het publiek voorgeteld. Deze expertiseuitwisseling mbt het actief demonstreren of indien nodig het vinden van alternatieven onder de vorm van interactieve schaalmodellen of 3D animatie (zie projectsubsidie Duiken in de Machine), moeten het MIAT in staat stellen haar geplande vernieuwingen van de vaste museumopstelling volgens de de meest actuele normen uit te voeren.