Hoe krijgen het beleid en de praktijk in Vlaanderen vorm?

Het planten van de Meyboom op 9 augustus 2017. Antonio Ponte, via Flickr, CC BY-NC-SA 2.0

Het beleid rond immaterieel erfgoed borgen in Vlaanderen

In 2006 ratificeert België de conventie. Dat wil zeggen dat België de conventie bij wet bekrachtigt. De federale staat België heeft echter geen bevoegdheid op het vlak van cultuur. Het is dus aan de gemeenschappen om een beleid rond immaterieel erfgoed op hun territorium uit te rollen. De Vlaamse, de Franstalige, de Duitstalige gemeenschap en sinds de zesde staatshervorming van 2014 ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepalen dus elk voor zich welke koers ze varen.

De visietekst Het Vlaamse beleid voor het borgen van immaterieel erfgoed schetst het kader waarbinnen het beleid vorm krijgt, en de huidige en toekomstige uitdagingen worden aangegaan. 

Gestoeld op de Unesco-Conventie 2003, staan erfgoedgemeenschappen in dit beleid centraal. Ook het bieden van ondersteuning bij het borgen van immaterieel erfgoed aan die gemeenschappen is een belangrijke pijler. Hiertoe zet de Vlaamse overheid verschillende instrumenten in:

De praktijk rond immaterieel erfgoed borgen in Vlaanderen

“Borging betekent maatregelen treffen die erop gericht zijn de leefbaarheid van het immaterieel cultureel erfgoed te verzekeren, inclusief de identificatie, de documentatie, het wetenschappelijke onderzoek, de bewaring, de bescherming, de promotie, de versterking, de overdracht van immaterieel cultureel erfgoed, in het bijzonder door formeel en niet-formeel onderwijs, en het revitaliseren van verschillende aspecten van dat erfgoed.” (Bron: De conventie voor het borgen van immaterieel cultureel erfgoed, artikel 2)

Een hele mond vol. Wat betekent dit nu in de praktijk? Onderstaande voorbeelden tonen aan wat erfgoedorganisaties kunnen betekenen in het ondersteunen van gemeenschappen: