Pollutie door contact

Resten van poetsmiddel veroorzaken corrosie op metaal. Foto: © Anne-Cathérine Olbrechts

Wanneer u verkeerde vloeibare schoonmaakmiddelen, water of verkeerde materialen voor opslag gebruikt, kunt u onbedoeld schade toebrengen aan een object. Ook vingerafdrukken en het verkeerd gebruik van de juiste schoonmaakmiddelen kunnen schadelijk zijn.

Meestal blijven vlekken achter op het voorwerp, die moeilijk of niet te verwijderen zijn. In het ergste geval gaan bepaalde materialen een chemische reactie aan met bepaalde producten en merkt u de schade pas na verloop van tijd.

Waarover gaat het?

Agressieve schoonmaakmiddelen bevatten zuren, basen of solventen: het residu werkt in op het erfgoed. Het kan ook gaan om de druppels van een spray of spatten. Als de druppels opdrogen, laten ze vlekken of een residu achter.

Zelfs 'goede' producten kunnen schade veroorzaken, bijvoorbeeld Silver Dip. Sommige ingrepen gebeuren met de beste bedoelingen, maar doen meer kwaad dan goed. Een goedbedoelde 'beschermlaag' zoals boenwas op basis van bijenwas kan bijvoorbeeld corrosie van metaal veroorzaken, omdat het na verloop van tijd verzuurt.

Materialen die gebruikt worden om te verpakken, tentoonstellingen in te richten en dergelijke kunnen zuren afgeven. Deze worden deels door contact en deels via de lucht overgedragen.

Schade

De schade treedt onmiddellijk of (vaker) na verloop van tijd op, afhankelijk van de schadelijke stof en het erfgoedmateriaal. Zo blijven voedselresiduen of verkeerde schoonmaakmiddelen op zilver eerst ongemerkt en merkt u de schade pas na een tijd. Zelfs als de residuen inert zijn, kunnen ze schadelijke gassen of vloeistoffen absorberen!

Vrij veel vloeistoffen vormen alleen een vlek, maar zuren, basen of zouten kunnen chemisch reactief zijn.

Vlekken zijn soms moeilijk te verwijderen, met name van poreuze of fragiele objecten.

Zuren of basen

Zuurtegraad (pH) van materialen en vloeistoffen:

  • pH 7: neutraal
  • < 7: zuur
  • > 7: base

Zuren veroorzaken corrosie of etsen op het oppervlak van metalen of bepaalde kalkhoudende materialen. Na verloop van tijd verzwakken zuren organisch materiaal: zo wordt papier broos.

  • Het aanraken van metalen (zowel met vernis en patine als zonder) is schadelijk, omdat de handen zuren, zouten, vocht en vetten afscheiden.
  • Veel houtsoorten en houthoudend papier en karton zijn niet geschikt als verpakkingsmateriaal in het depot, omdat ze veel zuren bevatten die op termijn gaan inwerken op het object.

Basen beschadigen vooral metaal dat lood bevat en proteïnehoudend organisch materiaal, zoals wol, perkament en leer.

Solventen

Solventen in vloeibare of vaste vorm reageren vaak met materialen.

  • Schade door vloeibare solventen kan leiden tot het volledig oplossen van een stof.
  • Sommige organische solventen verwijderen water. Als u ze in grote hoeveelheden gebruikt voor organisch materiaal (bv. hout, textiel), droogt het materiaal uit en is er een risico op breuk of krimp.
  • Water gedraagt zich op sommige materialen als een solvent. Het veroorzaakt het 'bloeden' (uitlopen) van kleuren die oplosbaar zijn in water, het tast albast en gips aan. Lees meer hierover bij de schadefactor 'Water'.

Chemisch schadelijke stoffen in het erfgoed zelf

Bijvoorbeeld:

  • Papier met een hoog zuurgehalte door het productieproces (geloogd materiaal);
  • Archeologische en etnografische collecties die geïmpregneerd zijn met bepaalde stoffen (zouten e.a.) in de bodem of door gebruik.

Let op: het is soms onmogelijk of niet gunstig schadelijke stoffen te verwijderen. Stabiliseer de toestand van het object door andere schadefactoren te verkleinen of uit te schakelen (synergie).

Contact met ander materiaal

Bijvoorbeeld:

  • contact van papier, leer en textiel met roestige paperclips, nagels en spelden;
  • oude plakband degradeert en laat opvallende vlekken na. Helaas is het ook moeilijk om deze bij het opschonen van archief zonder schade te verwijderen;
  • rubberen elastiekjes degraderen en geven daarbij vlekken af;
  • contact tussen twee metalen onder vochtige omstandigheden kan galvanische corrosie veroorzaken en vlekken op organische materialen;
  • contact met vettige materialen zoals leer en dierenhuiden,
  • residu's van voeding of drank maken vlekken en trekken bovendien insecten en schimmels aan,
  • inkt van pennen kan per ongeluk op het erfgoed terechtkomen;
  • ...
Foto: © Anne-Cathérine Olbrechts

Geïntegreerde risicobeheersing

Voorkomen

  • Gebruik geen solventen en agressieve schoonmaakmiddelen in de omgeving van of op het erfgoed. Ze doen meer kwaad dan goed en de schade is vaak onherstelbaar.
  • Maak geen objecten schoon zonder opleiding van een monumentenwachter of conservator-restaurator.
  • Gebruik altijd zuurvrije verpakkingsmaterialen, die bovendien PAT-getest en -goedgekeurd zijn om fotografisch erfgoed te bewaren. Beter nog zijn de inerte verpakkingsmaterialen, die helemaal geen degradatieproducten afgeven.
  • Laat geen voedsel, drank of pennen toe in de buurt van erfgoed.
  • Vermijd schadelijke stoffen in de omgeving (toestellen, sigarettenrook, enz.).
  • Gebruik altijd handschoenen bij het hanteren van erfgoed of was uw handen vaak.
  • Voorkom dat bezoekers het erfgoed gemakkelijk kunnen aanraken.
  • Zet objecten minstens op 10 cm hoogte om spatten bij het schoonmaken van de vloer te voorkomen.
  • Hang geen objecten tegen een (vochtige) muur met zoutschade.

Blokkeren

  • Verwijder niet-roestvrije paperclips, elastiekjes en plakband van nieuw verworven archiefmateriaal, wanneer dat tenminste mogelijk is zonder het erfgoed mechanisch te beschadigen. Vervang ze eventueel door materiaal dat wel geschikt is voor langetermijnbewaring. 
  • Breng een laag niet-ademend verpakkingsmateriaal aan tussen twee objecten die schadelijk voor elkaar kunnen zijn, bv. tussen twee metalen of tussen een vettig en een poreus object. Dit kan polyethyleenfolie, Melinex of gelamineerde aluminiumfolie (bv. Marvelseal) zijn.

Detecteren

Het erfgoed in het oog houden en waakzaam zijn is het meest doeltreffend:

  • Volg de conditie van gevoelig materiaal in de nabijheid van reactieve polluenten nauwgezet op (zie conditieblad).
  • Bepaal de zuurtegraad (pH) van een stofafzetting door een staal te nemen, lichtjes te bevochtigen en te testen met een pH-strip.

Reageren en remediëren

  • Haal twee objecten die elkaar beschadigen uit elkaar, als het kan zonder extra schade toe te brengen.
  • Consulteer een specialist voor de behandeling of om de impact van schadelijke stoffen te verminderen.
  • Laat vlekken altijd verwijderen door een restaurator, ook als ze zijn binnengedrongen bij stevig materiaal: bv. witgoed, linnen, papier.
  • Stabiliseer de toestand van papier: buffer het met calciumcarbonaat om verdere schade te vermijden.

Synergie

Als de ingrepen hierboven niet mogelijk zijn, voorkom dan dat andere schadefactoren de chemische reacties in gang zetten en versterken (synergie). Verminder bijvoorbeeld het contact met licht en verlaag de relatieve vochtigheid. (Houd wel rekening met de minimumgrens die wordt aanbevolen voor het materiaal.)