Organisatorische maatregelen tegen water

Detail met organisatorische maatregelen uit de Waterposter. Foto: © Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Studio Tint

Een geïntegreerde bestrijding tegen water steunt op drie pijlers: organisatorische maatregelen, bouwkundige maatregelen en technieken of installaties. De laatste twee bespreken we op de pagina 'Infrastructurele beveiliging tegen water'. Cruciaal blijven de acties van u en uw collega's: bewustzijn van risico's, tijdig onderhoud, controles en een snelle reactie.

FARO maakte een Vlaamse versie van de Waterposter, die u in 5 stappen helpt om waterbewust te worden en de nodige maatregelen overzichtelijk bundelt.

Voorkomen

  • Besteed bij een nieuwbouw aandacht aan de locatie van het gebouw en de mate waarin het ontwerp bescherming zal bieden tegen waterrisico's. Voorzie beveiligingsstrategieën voor de verschillende functies van het gebouw.
  • Maak voor een bestaand gebouw een risicoanalyse op waarbij u de risico's identificeert, evalueert en oplossingen uitvoert om ze te reduceren.
  • Bewaar een back-up van de registratie in een kluis en liefst op een andere locatie. In geval van grote watersnood zijn die gegevens veilig.
  • Zorg voor strakke huishoudregels en protocollen voor de omgang met en plaatsing van objecten. Laat ze nooit op de grond, onder leidingen en roosters of tegen buitenmuren staan, ook niet voor even.

Gebouwonderhoud

Zorg voor een degelijk, regelmatig en gepland gebouwonderhoud met grote aandacht voor het dak, de goten en regenafvoeren enerzijds en de watervoerende leidingen anderzijds.

Zorg dat iemand in de technische dienst hiervoor verantwoordelijk is of sluit een contract met een betrouwbare aannemer.

  • Houd toezicht op de onderhoudsploeg en spreek goed af hoe ze schoonmaken. Vermijd het poetsen met sprays en emmers water in depots, ook om het binnenklimaat niet te belasten.
  • Is uw collectie gehuisvest in een historisch pand, sluit u dan aan bij Monumentenwacht en laat jaarlijks de toestand van het dak en de goten controleren. Voer de aanbevelingen voor het dak en de regenafvoeren zeker onmiddellijk uit.
  • Zorg ervoor dat het dak in goede conditie is en blijft (geen losse dakpannen, geen gaten, …) en neem tijdig geschikte maatregelen om gebreken te (laten) herstellen. Vermijd tijdelijke oplapmiddelen indien mogelijk.
  • Laat in de herfst of na noodweer (storm, hevige regenval) de goten controleren op bladeren en laat ze schoonmaken.
  • Wees alert voor het risico tijdens bouwwerkzaamheden, zeker aan het dak en sanitair. Neem aangepaste maatregelen.
  • Zorg ervoor dat de sneeuw zich niet opstapelt op het dak in de winter. De installatie van verwarmingsbedrading op gevoelige plekken kan hiervoor een oplossing zijn: een periodieke inspectie is nodig om na te gaan of het systeem werkt. Of werk met professionele sneeuwruimers voor het wegruimen van sneeuw en ijs.

Overeenkomsten bij werkzaamheden

Wateroverlast tijdens constructie- of renovatiewerken kan worden vermeden door toezicht te houden op de uitvoerders. Om er zeker van te zijn dat ze zich aan de expliciete richtlijnen houden, kunt u overeenkomsten afsluiten bij werkzaamheden aan het gebouw door derden. Enkele aandachtspunten voor het uitwerken van dergelijke richtlijnen:

  • Verduidelijk voor de uitvoerders wat de gevoeligheden zijn van de objecten in de omgeving waar ze zullen werken.
  • Vraag een gecontroleerde en veilige omgang met waterbronnen, bv. om cement en gips te maken op de bouwwerf.
  • Installeer extra beschermende schillen tijdens de werken.
  • Duid de locatie van waterleidingen en sprinklersystemen aan.
  • Zet noodmateriaal klaar voor de eerste hulp bij een incident (zie calamiteitenplan).

Indien dat niet mogelijk of afdoende is: verplaats objecten die zich dichtbij de werken bevinden. Bij grote werken kunt u ze best verhuizen naar een transitdepot.

Strategieën voor opslag

Vermijd het stapelen van voorwerpen op de grond, ook al is het maar tijdelijk. Tijdelijk wordt vaak permanent. Zet alle objecten op minstens 10 cm van de grond, op palletten (bij voorkeur kunststof).

In ruimtes met een groot risico op water(over)last kunt u de plaatsing en verpakking van objecten best daaraan aanpassen. Weeg de voordelen af tegen de nadelen van kartonnen dozen of waterdichte dozen in gecanneleerd polypropyleen. Gecanneleerd polypropyleen mag dan wel waterdicht zijn, als u het zelf in elkaar moet plooien zijn er 'open naden' en dringt het water hierlangs binnen! Gebruik waterbestendige opslagkisten en bewaar kleine objecten in plastic zakken of dozen (bv. polyethyleen), uiteraard als ze in droge omstandigheden zijn bewaard.

Plaats alles op een pallet, niet direct op de grond. Foto: Provincie Limburg, fotograaf: Tine Hermans

Blokkeren

  • Houd de weersverwachtingen in het oog: voorspellingen van noodweer, hevige regenval, enz. 
  • Als het gebouw in een risicozone voor overstroming staat, stel dan het hoogste niveau voor vloedwater vast. (Dit wordt vaak bijgehouden door het gemeentebestuur/stadsbestuur.)
  • Laat u informeren over beslissingen om het waterniveau te verhogen/verlagen.
  • Houd zandzakken klaar om ze rond deuren en ondergrondse ramen te plaatsen als er noodweer wordt voorspeld.
  • Wees voorbereid op het dichtkleven van ramen en deuren.
  • Wees voorbereid op het verhuizen van collecties naar een hogere verdieping of naar een ander gebouw (bv. transitdepot) voor tijdelijke opslag.
  • Zorg voor voldoende uitrusting, zoals een pomp, waterstofzuiger, dweilen en trekkers, en informeer al uw collega's waar de uitrusting zich bevindt. 
  • Plaats bij gevaar industriële polyethyleenfolie over alle onderdelen van het gebouw waar water kan binnendringen tijdens een regenstorm. Verwijder de folie tijdig (meteen nadat het gevaar is geweken) om schimmelvorming door een gebrek aan ventilatie te vermijden.
  • Dek vrijstaande collecties af met polyethyleenfolie.
  • Installeer in een ruimte met risico op wateroverlast een dompelpomp en zorg ervoor dat de pomp op een batterij werkt om de werking ervan te verzekeren bij een stroomstoring.
  • Zorg dat bij noodweer gebruikers en personeel alle deuren en ramen gesloten houden, ook de deuren van kasten.

Detecteren

Detectie kan op drie manieren:

  1. De zichtbare aanwezigheid van vloeibaar water door stortregen of een lek (onmiddellijke actie is vereist).
  2. Indicaties van alarm- of andere monitoringsystemen over de aanwezigheid van water.
  3. Tekenen van sluipende waterschade aan het gebouw en de objecten die wijzen op een probleem met water waarvan de oorzaak moet worden achterhaald.

Er bestaan verschillende detectiesystemen (waterdetectoren, dataloggers, thermohygrografen, ...) om wateroverlast of een veel te hoge RV op te sporen. 

Checklist inspectie gebouw op tekenen van wateroverlast

Wateroverlast is vaak het gevolg van een gebrekkig onderhoud van het gebouw. Daarom is een routinematig programma belangrijk om de effecten van wateroverlast te voorkomen of snel te kunnen ingrijpen. 

Werk een checklist uit voor routinematige inspectie van interieur en exterieur van het gebouw. Let daarbij op volgende aspecten die kunnen wijzen op gevaar voor wateroverlast:

  • lekkage in het dak,
  • lekkage in de goot, verstopte goot,
  • lekkage in de schoorsteen,
  • een defecte of losse dakbedekking of loodslabben,
  • lekke ramen en deuren,
  • een zwakke of verstopte afwatering,
  • vegetatie te dicht bij het gebouw: bomen, struiken, klimplanten, enz.,
  • barsten in structurele kolommen en ondersteuningen van het gebouw,
  • gebrekkige hemelwaterafvoer,
  • gebarsten fundering of pleisterwerk,

Let niet alleen op zichtbare lekken, maar ook op allerlei tekenen van langzame lekkages: zoutuitbloeiingen aan de buiten- en binnenzijde, vorming van schimmels, mossen en algen, afbladderende verf, vochtvlekken op de muren en vloer, opstuwende muurverf, corrosie van regenwaterafvoeren, enz.

Continue waakzaamheid

  • Houd elke dag een inspectie in en rond het depotgebouw. Een sluitingsronde is een goede praktijk. Lekkages of plassen, bijvoorbeeld overstromend sanitair, merkt u zo tijdig op.
  • Leer medewerkers afwijkingen en anomalieën herkennen en melden.
  • Zorg dat bij alle telefoontoestellen alarmnummers aanwezig zijn.
  • Bij klimaatmetingen kunnen ook incidenten met water aan het licht komen: een plotse stijging van de relatieve luchtvochtigheid kan een indicatie zijn.
  • Inspecteer regelmatig en zeker na noodweer met hevige regenval of bij dooi het gebouw op water(over)last en de collectie op waterschade.

Reageren en remediëren

Wat te doen als er toch water is binnengekomen en objecten in gevaar zijn? Een snelle reactie is zeer belangrijk om schimmel te voorkomen.

  • Neem maatregelen om uzelf te beschermen bij grote wateroverlast, zeker als het vervuild water betreft. Gebruik Tyvek ©-overalls, FFP3 mondmaskers, plastic handschoenen, helmen en rubberen laarzen.
  • Sluit lekkende waterleidingen onmiddellijk af aan de centrale waterkraan.
  • Haal water weg met waterstofzuigers, pompen, moppen en vloerwissers (trekkers).
  • Haal alle niet waardevolle materiaal weg dat water kan vasthouden, zoals tapijten, gordijnen, muurbekledingen enz.
  • Zorg voor voldoende luchtcirculatie en ventilatie.
  • Zorg voor een crisiscentrum en een veilige noodlocatie voor de evacuatie van het erfgoed naar een veilige plek.
  • Voer een triage uit: scheid de natte van de vochtige en de droge objecten. Registreer alle condities en verplaatsingen in een evacuatieformulier.
  • Overweeg welke (archief- of bibliotheek)stukken u aan de lucht kunt laten drogen en wat er ingevroren moet worden om tijd te winnen.
  • Leg contacten met conservatoren-restauratoren die de eerste hulp kunnen toedienen aan beschadigde collecties en beschikbaar zijn in geval van een calamiteit.

Lees meer hierover in 'Hoofdstuk 2: Voorbereiding' en 'Hoofdstuk 3: Noodreactie en herstel'.

Deze pagina kwam tot stand op basis van een bijdrage van Veerle Meul voor Depotwijzer.be.