Hoe bepaalt u de eisen voor het binnenklimaat?

Schema van het beslissingsproces om klimaateisen te bepalen. Afbeelding: FARO

Waarmee moet u rekening houden wanneer u de eisen voor het binnenklimaat in depots en tentoonstellingsruimten formuleert? Wat zijn klimaatklassen? Hoe zit het met bruiklenen? En hoe zorgt u voor een eenduidige communicatie van deze eisen naar ontwerpers en technici?

Stappenplan

1. Bepaal uw doelen

  • Wat is de aanleiding voor dit traject?
  • Wat zijn de missie en de doelstellingen van uw instelling?
  • Wat wil uw instelling als geheel bereiken of voorkomen met klimaatbeheersing?
  • Welk eindresultaat telt?

2. Ken uw collectie

  • Welke materiaalsoorten zijn aanwezig in uw collectie? 
  • Wat is de conditie van de objecten? Zijn er aanbevelingen van conservatoren-restauratoren of Monumentenwacht?
  • Wat is hun responstijd en aan welk klimaat zijn ze gewend (bewezen fluctuatie)?
  • Welk binnenklimaat is schadelijk voor bepaalde deelcollecties?
  • Welke internationale richtlijnen en vakliteratuur zijn nuttig als informatiebron?
  • Welke erfgoedwaarden wilt u (vooral) beschermen? Welke delen van de collectie zijn het meest waardevol?

3. Ken uw gebouw

  • Wat zijn de thermische en vochtbufferende eigenschappen van het gebouw?
  • In welke staat is het gebouw?
  • Wat is de historische waarde van het gebouw?

4. Ken de comfortwensen

  • In welke zones speelt het menselijk comfort een rol in de beslissing?
  • Welke klachten of verwachtingen hebben bezoekers en personeel op vlak van temperatuur, ventilatie en geluidsniveau?

5. Ken het binnenklimaat

  • Hoe komt het huidige binnenklimaat tot stand?
  • Waar zitten de natuurlijke verschillen in het binnenklimaat en de microklimaten?
  • Welke zijn de gekende problemen?

6. Maak een risicoanalyse

  • Welke risico’s veroorzaakt het binnenklimaat voor uw collectie, gebouw en mensen?
  • Wat is de bron, het pad (wijze van manifesteren) en de impact van deze risico’s?
  • Welke van deze risico’s zijn acceptabel (mits monitoring) en welke wilt u verkleinen?

7. Beslis

  • Zijn verschillende klimaateisen wenselijk voor verschillende ruimtes, zones of deelcollecties?
  • Welke streefwaardes en maximale fluctuaties zijn nodig om de risico’s aan te pakken en zijn haalbaar in uw situatie?

Klimaatklassen

Een klimaatklasse is een label dat weergeeft hoe strikt of hoe ruim uw klimaateisen zijn, gebaseerd op de invloedrijke publicatie van de American Society of Heating, Refrigerating and Air-conditioning Engineers (ASHRAE). Het label zegt met andere woorden iets over de toegestane schommelingen in temperatuur en RV en over de uiterste grenswaarden, maar u bepaalt zelf het setpoint voor deze parameters. Elke klasse biedt een bepaalde mate van bescherming tegen mechanische, biologische en chemische risico's voor uw collectie. Deze aanduiding kunt u als richtlijn meegeven in een Programma van Eisen of gebruiken om te definiëren hoe stabiel het binnenklimaat is en welke risico's eraan verbonden zijn.

Het ASHRAE-handboek is een publicatie die enkel verkrijgbaar is onder licentie. Een oudere versie van de ASHRAE-klassen is vrij raadpleegbaar op de website van het CCI. In de versie van 2019 zijn lichte wijzigingen aangebracht voor de koele, koude en droge opslag, alsook enkele verduidelijkingen. FARO kan u hierin adviseren.

In de praktijk blijken klimaatmetingen moeilijker binnen één bepaalde klasse te plaatsen. Een handige tool van de Technische Universiteit Eindhoven kan u daarbij helpen.

Bruiklenen

Voor inkomende bruiklenen bent u natuurlijk gebonden aan de eisen van uw bruikleengevers. Die eisen kunnen uiteenlopend zijn. Dat impliceert dat u in de ruimte(s) voor tijdelijke tentoonstellingen verschillende microklimaten moet kunnen creëren indien nodig.

Gebruik voor uitgaande bruiklenen klimaateisen die zo dicht mogelijk aanleunen bij het werkelijke klimaat waaraan het object de laatste tijd blootgesteld is geweest. Het ligt in de menselijke aard om bij onwetendheid of twijfel toch maar iets meer te vragen en een marge in te calculeren. Een klimaateis opleggen die u in de praktijk zelf niet realiseert, kan echter averechtse gevolgen hebben bij de bruikleennemer of bij terugkeer van het object en het kan de bruikleennemer bovendien op onnodige kosten jagen.

Een aantal internationale organisaties zoals de Bizot Group, de National Museums UK, AIC, IIC en ICOM-CC pleitten het afgelopen decennium, in de geest van eerlijkheid en duurzaamheid, voor versoepelde klimaateisen in het internationale bruikleenverkeer.

Het binnenklimaat in het Programma van Eisen

Maak uw eisen op een heldere en eenduidige manier kenbaar aan een architect, ontwerper of ingenieur, zodat er geen interpretatieverschillen ontstaan. De eisen voor temperatuur en relatieve vochtigheid in het depot kunt u per zone of ruimte samenvatten als volgt.

Op vlak van temperatuur:

  • een streefwaarde voor de temperatuur (eventueel met seizoensaanpassing);
  • de maximaal toegelaten temperatuurschommeling;
  • de maximaal toegelaten snelheid waarmee een temperatuurschommeling optreedt.

Op vlak van relatieve vochtigheid (RV):

  • een streefwaarde voor de RV (eventueel met seizoensaanpassing);
  • de maximaal toegelaten schommeling in RV;
  • de maximaal toegelaten snelheid waarmee een temperatuurschommeling optreedt.

Een voorbeeld overeenkomstig ASHRAE klasse A1:

"Voor de depotruimtes willen we een temperatuur van 20°C met een seizoensaanpassing van + 5°C in de zomer en - 10°C in de winter. De maximaal toegelaten fluctuatie is +/- 2°C per 24 uur. Voor de relatieve vochtigheid geldt een setpoint van 50% met een seizoensaanpassing van +/- 10% en een maximaal toegelaten fluctuatie van +/- 5% per 24 uur. De langetermijnlimieten zijn m.a.w. ≥ 10°C, ≤ 25°C, ≥ 35% RV en ≤ 65% RV."

Lees meer hierover in de publicatie Het binnenklimaat in het Programma van Eisen.