Vlaamse Meesters, nu ook in de keuken

‘Pasteykens’, ‘toerten’ en ‘potagie’ zijn de blikvangers in de 17e-eeuwse keuken. Deze en andere bereidingen zijn in een hedendaagse vorm terug te vinden in de nieuwe culinaire inspiratiegids Barok koken met een twist.

Hiermee kunnen horecaprofessionals – waaronder museumcafés en -brasseries – inspelen op het toeristisch programma Vlaamse Meesters (2018-2020) en meer bepaald op het themajaar Barok (2018). Daarin zetten Antwerpen en Oudenaarde dit jaar de toon, met allerhande evenementen en tentoonstellingen van internationaal kaliber. Toerisme Vlaanderen nodigt restaurants en hotels uit om hun klanten culinair te verrassen. De inspiratiegids Barok koken met een twist kan daarbij helpen.

Deze gids bevat dertig pagina’s aan barokke bereidingen met een moderne toets, creatieve ideeën voor ‘barokke’ gerechten en interessante achtergrondverhalen over de kook- en eetgewoontes van toen, compleet met prachtige stillevens. Zaakvoerders, keukenteams en zaalpersoneel kunnen er zo mee aan de slag.

Hoe?

De gids is online raadpleegbaar via www.fanvanhoreca.be/barok. Printexemplaren vallen in de bus bij een duizendtal horecazaken in de regio’s Antwerpen en Vlaamse Ardennen. Elke horecazaak, -werkgever of -werknemer kan gratis een exemplaar aanvragen via de genoemde website.

Toerisme Vlaanderen moedigt alle horecazaken aan om hun inspanningen te delen. De beste adresjes worden vermeld op de toeristische website(s) over het project.

Strips!

Een ander ‘Vlaamse meesters’-initiatief dat we u hier graag signaleren, is de heruitgave van het bekende Suske en Wiske-album De raap van Rubens. Dat is oorspronkelijk op de markt gebracht in 1977, het jaar waarin Antwerpen Rubens eerde met het zogenaamde ‘Rubensjaar’. Het verhaal voert de lezer, zoals zo vaak bij Willy Vandersteen, terug naar het verleden. Lambik (ingeval u Suske en Wiske niet kent: een van de hoofdrolspelers) bezoekt de beroemde Rubenszaal in het KMSKA, waar er vervolgens iets vreemds gebeurt met een personage op het schilderij De aanbidding der wijzen. Daarop schiet het verhaal in gang, met – hoe kan het ook anders – Rubens en zijn leerlingen die het pad van de striphelden kruisen. Die avonturen bieden ruimschoots de gelegenheid om iets te vertellen over de tijd waarin Rubens leefde, en hoe het er zoal aan toeging in zijn atelier. Lambik wordt, oh toeval, de ‘raap’, een (soort van) schildersleerling.

Nieuw aan deze heruitgave is het beknopte dossiertje van Leen Huet waarmee het boek besluit. Dat geeft wat (kunst)historische context bij het lichte en snel meanderende verhaaltje. Het album is een mooi en lichtvoetig opstapje voor jonge lezers, een 'publieksstrategie’ die sindsdien al veel is ingezet.

Nog een laatste bedenking bij het herlezen van dit boek. Wie het aandachtig leest, merkt ongetwijfeld een paar vreemde dingen op. Zo is de lijndikte waarmee de personages werden getekend op pagina 63 opvallend onzuiver. Het doet de vraag rijzen wat het ‘moederbestand’ was waarmee deze herdruk is gemaakt. En dat is dan weer een vraag die rechtstreeks verband houdt met het (beheer en behoud) van ons striperfgoed.

Nog een laatste initiatief dat we onder uw aandacht willen brengen, is deze opname van Graindelavoix.Uitgangspunt is de vraag welke muziek er zou geklonken hebben op de begrafenis van Rubens. Graindelavoix gokt op een achtstemmige mis van de renaissancecomponist Orazio Vecchi en schildert daarmee een donker, van heimwee vervuld portret van het barokke Antwerpen.

Meer info over ‘Vlaamse Meesters (2018-2020)’ op www.flemishmasters.com.

Afbeelding: Frans Snijders (Antwerp 1579–1657), Stilleven, Collectie Snijders&Rockoxhuis, inv. 85.3

Roel Daenen

14 juni 2018

Toerisme