Het transparante (kunst-)museum

Odile Redon, Is er geen onzichtbare wereld?, 1887. Publiek domein via Rijksstudio

Meerstemmigheid en inclusiviteit staan hoog op de agenda. Dat bleek ook uit het recente, druk bijgewoonde Groot Onderhoud en het septembernummer van faro. We zijn het erover eens dat dat interessante, relevante en zelfs essentiële concepten zijn voor het erfgoedwerk. Maar de grote vraag is: hoe zet u dit om in de praktijk? En hebben de inspanningen een effect? Wie slaagt er écht in om het te doen?

Cursus museologie

In de basiscursus ‘museologie’ verken ik samen met de deelnemers enkele concepten uit de museologie. De invalshoek van deze cursus is vrij theoretisch, maar professionals zijn en blijven professionals. De vraag hoe de vertaalslag naar de praktijk kan gemaakt worden, komt dan ook bijna als vanzelf naar boven. En daar stuitten we op de vraag hoe meerstemmigheid echt kan bereikt worden.

Want hoe doe je dat écht, vele stemmen in een tentoonstelling laten zien en horen? Hoe haalbaar is dat? Niet zo eenvoudig te beantwoorden. Inclusief en meerstemmig werken: het gebeurt, dat is zeker. Maar het gaat vaak om activiteiten in het publieksprogramma terwijl er in de presentaties minder van te zien is. Hier schuilt trouwens ook een paradox. Enerzijds willen veel erfgoedorganisaties dan wel meerstemmig zijn, en het publiek wil zich ‘gerepresenteerd’ zien, maar anderzijds wil datzelfde publiek toch ook liefst één duidelijk, behapbaar verhaal. Kortom, hoe ver kan of mag u gaan, en hoe ver krijgt u het publiek mee?

Participatieve musea

We kennen al een heel aantal musea die een participatieve werking hebben uitgebouwd, en er wel degelijk in slagen om er delen van zichtbaar te maken. FARO bouwt sinds 2012 systematisch expertise op rond het thema. Sla er gerust enkele dossiers uit ons tijdschrift op na. In 2014 wezen we al op het 'participatieve, wederkerige museum' als een belangrijk museumtype, in 2018 verscheen er een bijdrage over het Historisches Museum in Frankfurt, en naar aanleiding van het Groot Onderhoud rond het thema ‘participatie’ publiceerden we in het najaar van 2018 een volledig focusdossier.

Foto: Sergey Gricanov via Pixabay

Hoe ‘transparant’ kan een kunstmuseum zijn?

De aandachtige lezer merkt op dat de musea/erfgoedorganisaties die de nadruk leggen op participatie en meerstemmigheid, doorgaans een historische collectie hebben. Ook voor stadsmusea, die de ontwikkeling en de ziel van de eigen stad willen ‘vatten’, begrijpen en delen, is een participatieve methodiek een logische keuze. We krijgen echter vaak de vraag of het niet ‘moeilijker’ is voor andere collecties, met name voor de beeldende kunstencollecties.

Het hoeft natuurlijk niet per se – laat er voldoende diversiteit zijn! – maar het klopt wel dat er niet teveel kunstmusea zijn, die hier echt op inzetten. Of die initiatieven blijven vooralsnog onder de radar. Maar deze week trof ik dan toch een zeer boeiend voorbeeld aan. Dankzij een bijdrage van Fieke Konijn in De Witte Raaf, leerde ik het ‘transparante museum’ van de Kunsthalle in Hamburg kennen. De Kunsthalle experimenteert al enkele jaren met de vraag hoe de verschillende processen van de museumwerking zichtbaar gemaakt kunnen worden. Het resultaat? Een innovatieve museale presentatie en een lijvig boek over het thema. 

Transparantie of opaciteit?

Zeer inspirerend aan het initiatief van de Kunsthalle is dat er dus concreet wordt gewerkt aan het zichtbaar maken van de museale processen, waarbij meerstemmigheid en participatie dus ook (al dan niet) zichtbaar worden. Maar, en dat maakt de benadering van een kritisch kunst-perspectief ook zeer waardevol, er worden ook vragen gesteld bij het hele streven naar transparantie. Zoals we bij een concept als ‘participatie’ ook voorzichtig moeten zijn voor ‘schijnparticipatie’, geldt dat evenzeer voor ‘transparantie’.

Moeten we ‘alles’ steeds zichtbaar maken? Kan dat? Of geven we – in deze Instagramtijden – niet steeds een schijn van volledige zichtbaarheid, openheid en transparantie? Wat zijn de beperkingen? Denk ook aan onze menselijke nood aan creativiteit en verbeelding: er is ook nood aan het ‘onzichtbare’ om ruimte voor verbeelding te creëren. Met andere woorden: wie alles, in volstrekte volledigheid toont, knijpt de verbeelding dood. Of wat in De Witte Raaf als ‘opaciteit’ wordt benoemd.

Foto: Free-Photos via Pixabay​​​​​​​

Toeval wil dat momenteel in het kunstencentrum Wiels ook een tentoonstelling over dit onderwerp loopt, Open Skies. Of om Christophe Van Gerrewey te citeren: "Zonder opaciteit – de obstakels waar de blik en het begrip op stuiten – zou het verlangen naar transparantie niet bestaan. Het zijn twee sleutelconcepten in de wetenschap, de cultuur en de politiek, die steeds in nieuwe onderlinge relaties moeten worden gedacht, vandaag waarschijnlijk meer dan ooit tevoren." (Christophe Van Gerrewey in De Witte Raaf nr. 199)

Conclusies?

Ik nodig u dan ook uit om het artikel van Fieke Konijn te lezen. Het kadert in een dossier over transparantie en opaciteit in De Witte Raaf, en is stof tot een debat. Mogelijk kan het u ook inspireren in uw praktijk. Sla er zeker ook de publicatie van de Kunsthalle in Hamburg eens op na, of bezoek het transparante museum zelf. De tentoonstelling in Wiels loopt nog tot 5 januari 2020. 

Foto's:

  • Odile Redon, Is er geen onzichtbare wereld?, 1887. Publiek domein via Rijksstudio
  • Sergey Gricanov via Pixabay
  • Free-Photos via Pixabay
Olga Van Oost