Nederlands Nationaal Museum van Wereldculturen publiceert richtlijnen voor teruggave van objecten

Balinees masker. Foto: Adam Cohn, CC BY-NC-ND 2.0

Het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) bundelt de collecties van het Tropenmuseum, het Afrika Museum, het Museum Volkenkunde en het Wereldmuseum Rotterdam. Begin maart publiceerde het zijn principes en procedure in verband met de teruggave van culturele objecten.

De tekst van het NMVW omschrijft de criteria en de procedure om objecten en collecties terug te eisen van het museum. Hiermee wil het museum zich verder engageren met betrekking tot een lange, complexe en verwarde geschiedenis die heeft geleid tot de collectie zoals die vandaag aanwezig is bij het museum. Het initiatief maakt deel uit van een breder engagement in verband met de rol van de collecties voor het publieke weefsel. Dat houdt ook in om onderzoek te stimuleren, de collecties meer toegankelijk te maken, vragen in verband met de herkomst van voorwerpen op te pakken, nieuwe ethische mogelijkheden van collecties te verkennen, hedendaagse gemeenschappen op voet van gelijkheid te behandelen als de nationale collecties en in dialoog te treden met gemeenschappen en herkomstlanden.

Het NMVW wil de procedure vanuit een open dialoog en met een heldere communicatie voeren. Het biedt daarom ook begeleiding in het proces, en zal de toegang tot informatie in verband met de collecties van het museum faciliteren.

Nationaal en internationaal kader

Zowel het nationale als internationale wettelijke en juridische kader scheppen de context waarin teruggaves gevraagd en opgevolgd kunnen worden. Zo vermeldt het document onder andere de UNESCO-Convention for the protection of cultural property in the event of armed conflicts van 1954, de UNESCO-Convention on the Means of Prohibiting and Preventing the Illicit Import, Export and Transport of Ownership of Cultural Property van 1970, de UNIDROIT-Convention on stolen or illegally exported cultural objects van 1995 en de UN Declaration on the Rights of Indigenous Peoples van 2007.

Voor het nationale wettelijke kader is de Nederlandse Erfgoedwet van 2016 van toepassing. Die bepaalt onder andere dat alle nationale collecties in Nederland eigendom zijn van de Nederlandse Staat. En dat daardoor elke beslissing tot een permanente teruggave een akkoord moet krijgen van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Belangrijk in dit nieuwe initiatief is dat het NMVW een Permanent Adviescomité zal oprichten dat aanbevelingen zal opstellen in verband met eisen. De tekst beschrijft op gestructureerde wijze de criteria en de procedures.

De criteria voor teruggave

Bij de criteria zijn er drie grote mogelijkheden:

  • De wettelijkheid: was er instemming? Is er een overtreding begaan onder het toenmalige wettelijke kader? Is er sprake van illegale verwerving?
  • De onvrijwillige scheiding: werden de objecten verworven onder dwang? Was er sprake van gedwongen verkoop?
  • De erfgoedwaarde: is het object ongeschikt voor publiek vertonen door de waarde (cultureel, erfgoed, religieus)? Is de historische waarde of het belang voor het cultureel welzijn buiten Nederland groter dan wanneer het object in Nederland zou blijven?

De benodigde informatie

Het document geeft ook aan welke benodigde informatie zo goed als mogelijk verzameld moet worden. De informatie is nodig om een vraag tot teruggave zo duidelijk mogelijk, en vanuit een open communicatie, te overwegen. Daarbij denkt men alle mogelijke herkomstonderzoek in verband met de drie criteria, alle gekende aspecten in verband met het eigenaarschap en de biografie van een object, de connectie tussen de eiser en het object, de culturele en de nationale context en de potentiële rechten en eisen van mogelijke andere eisers. In bijlage bij het document werd een formulier gevoegd dat deze vragen verduidelijkt.

Elementen bij de beoordeling

Vervolgens wordt ook de procedure toegelicht bij een vraag tot teruggave. Men houdt bij de beoordeling rekening met volgende mogelijke elementen: hoe zullen de objecten na teruggave verder bewaard en behandeld worden? Wat is het culturele belang voor de identiteit van de gemeenschappen of de landen die om teruggave vragen? Wat is de culturele continuïteit en de link tussen de eisers en de objecten in verband met nationaal erfgoed, nog bestaande overtuigingen en cultuur? Wat zijn mogelijke alternatieven voor een teruggave? Wanneer documentatie ontoereikend is, gelden principes van redelijke twijfel.

Procedure na een vraag tot teruggave

De procedure geldt in eerste instantie voor de collecties die behoren tot de Nederlandse staat. Het NMVW verwerkt de informatie i.v.m. de vraag tot teruggave. Eventueel kan ze ook nog experten raadplegen, zij het binnen een termijn van maximaal 6 maanden na ontvangst van de vraag. Vervolgens wordt de informatie voorgelegd aan een Permanent Adviescomité dat een aanbeveling doet. En ten slotte moet de verantwoordelijke minister nog definitief toestemmen.  

Wanneer de Nederlandse Staat niet de eigenaar is, zal het NMVW de vraag bezorgen aan de eigenaars binnen de vier weken na ontvangst.

Ten slotte bepaalt het document ook de praktische nazorg. Zo zal elke partij de eigen kosten dragen. Het museum kan wel professionele ondersteuning bieden aan de eisers om een teruggave te faciliteren.

Het volledige document valt na te lezen op de website van het Tropenmuseum.

Foto: Adam Cohn, CC BY-NC-ND 2.0

Katrijn Dhamers