Tegen de stroom in: leven en werk van de humanistische arts Jan Wier


De arts Johannes (of Jan) Wier (1515-1588) staat bekend als eerste serieuze tegenstander van de heksenvervolging. In zijn boeken ‘De praestigiis daemonum’ of ‘Over duivelse begoochelingen’ (1563) en ‘De lamiis’ of ‘Over de heksen’ (1577) noemde hij het onzin dat oude vrouwen een verbond sloten met de duivel. Hij moest niks hebben van heksenvervolgingen en hij probeerde ook rare en bedrieglijke ziekten te doorprikken. Een man met visie, iemand die licht bracht in de troebele tijden van rondreizende kwakzalvers, waarzeggers, tovenaars en duiveluitdrijvers.


Jan Wier was een man die tegen de heersende opinie in durfde te gaan. Zo  achtte hij heksenprocessen onrechtmatig omdat ze over niet-bestaande misdrijven gingen en omdat verdachten gefolterd werden, vernederd, opgesloten in mensonwaardige omstandigheden en onderworpen aan de waterproef. Anders dan veel tijdgenoten maakte hij een onderscheid tussen heksen en ketters, al noemde hij verbranding, ophanging of vierendeling voor beide groepen onaanvaardbaar.

Als arts zocht hij rationele verklaringen voor verschijnselen die veel tijdgenoten toeschreven aan machinaties van de duivel. Veel mensen die beweerden ‘behekst’ te zijn braakten allerlei voorwerpen uit, zoals naalden,spijkers, beenderen en kledingsstukken. Wier onderzocht een aantal van hen – waaronder het ‘vastenwonder’ Barbara Kremers, een gezond ogend, tienjarig meisje dat volgens haar ouders al meer dan een jaar niet gegeten of gedronken had en dat als een winstgevende bezienswaardigheid rondreisde – en kon de meeste ervan ontmaskeren als bedriegers. Zo betoogde hij dat de er geen voedselresten op de voorwerpen zaten, of niet waren aangetast door maagzuur.

Grondlegger van de psychiatrie

Ook in andere gevallen betoonde hij zich een nuchter, scherp en argwanende observator, die trachte een logische verklaring te vinden voor ‘bovennatuurlijke verschijnselen’. Omdat Jan Wier sommige heksen geestesziek noemde, geldt hij ook als een van de grondleggers van de moderne psychiatrie. Verder bepleitte hij een menselijke behandeling van (sommige) verdachten, waarmee hij een verdediger lijkt avant la lettre van de mensenrechten. Het is dus niet verwonderlijk dat hij tal van bewonderaars heeft gekend, onder wie Karl Marx en Sigmund Freud. Critici menen dat hij de heksenvervolging onbedoeld heeft aangewakkerd, dat hij ten onrechte geldt als een boegbeeld van de psychiatrie of zelfs dat hij die discipline ongunstig heeft beïnvloed.

Leestip:
HORENS (Vera), Een ketterse arts voor de heksen. Jan Wier (1515-1588), Amsterdam, Bert Bakker, 634p.

Afbeeldingen:
(bovenaan): Johannes Wier in Duivelse begoochelingen (Collectie Katholieke Universiteit Leuven, Maurits Sabbebibliotheek).
(onderaan) Cover van het boek

Vrije tags
FAKE?
literatuur
Helden
wetenschap
martelaren