De held van Gent: Jacob van Artevelde

Gent is de Arteveldestad is, maar Jacob van Artevelde zelf – voor wie hem niet zou (her)kennnen: de man op de sokkel in het midden van de Vrijdagmarkt - is een beetje in de vergetelheid gesukkeld. Hij was nochtans de eerste echte Belg, een sjoemelaar en loodgieter in hart en nieren. En in de beste Belgische traditie ging ook zijn zoon in de politiek en maakte er, net als zijn vader, een potje van. Maar wie was hij eigenlijk? En wat hebben de Gentenaars van hem gemaakt?

Jacobs dilemma

Over de historische Jacob van Artevelde weten we niet veel. Er bestaan nauwelijks eigentijdse bronnen over de man. En dat is geweldig nieuws voor de Arteveldefans: bij gebrek aan bronnen vertelt iedereen het verhaal dat hem het beste uitkomt.

De carrière van Artevelde speelt zich af tegen de achtergrond van de beginnende honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland. Dat conflict is op zijn beurt het gevolg van de verwarrende feodale verhoudingen in die tijd. Het komt kort gezegd hier op neer: de koning van Engeland, Eduard III, vindt dat hij evenveel recht heeft om koning van Frankrijk te zijn als de eigenlijke koning van Frankrijk, Filips VI. Dat is tamelijk vreemd, maar niet zo vreemd als het klinkt, want Eduards moeder is een Franse prinses en de afstamming van Filips VI is ook niet helemaal zuiver.

Van het een komt het ander en voor iedereen het goed weet, is er een handelsembargo tussen Frankrijk en Engeland. Vooral het graafschap Vlaanderen zit verveeld met de situatie. Als leengebied van de Franse koning moeten de Vlamingen naar die koning luisteren. In het begin van de eeuw hebben ze dat niet gedaan en dat is de Vlamingen slecht bekomen. In 1302 halen ze een kortstondige overwinning, maar in 1305 verplettert de Franse koning de Vlaamse tegenstand, met de vernederende vrede van Athis tot gevolg.

Braaf luisteren naar de Franse koning lijkt voortaan het enige alternatief. De Vlaamse economie hangt evenwel sterk af van de invoer van Engelse wol. Door het handelsembargo valt de aanvoer stil en vanaf 1337 breekt een bittere economische crisis uit.

De legende wil dat van Artevelde eind 1337 uit het niets op het toneel verschijnt. Met een opruiende toespraak op het Bijlokeveld verenigt hij de wevers en de volders (volders zijn de mensen die wol moesten vervilten), die tot die tijd vechtend over straat rolden. Arteveldes uitweg uit de politieke impasse is simpel (of simplistisch?): Vlaanderen kiest voor de neutraliteit en houdt zich afzijdig in het conflict tussen koning leenheer en koning wolleverancier. De koning van Engeland ziet dat wel zitten, de Franse koning is minder overtuigd. Ook de graaf van Vlaanderen, Lodewijk Van Nevers (de ‘trouwloozen, slaafschen, laaghartigen Lodewijk van Nevers’, aldus Frans De Potter), heeft zijn twijfels. Hij steunt op de Franse koning om de Vlamingen onder controle te houden en is de pandoering van 1305 nog niet vergeten.

Andere tijden, meer bloed

Hoewel Artevelde in die periode formeel niet de baas is in Vlaanderen, of zelfs maar in Gent, is hij dat de facto wel. Gent sluit pacten met Ieper en Brugge, en samen houden ze het platteland onder de knoet. Wie bijvoorbeeld op het platteland een centje wil bijverdienen door zelf wat te weven en te volderen, kan op een bezoekje rekenen van Jacobs knokploegje, de Witte Kaproenen. Hun argumenten zijn verrassend doorslaggevend.

Jacob kijkt ook niet op een doodslag min of meer. Zoals Patricia Carson het uitdrukt: “Tenslotte had hij zelf in momenten van woede ook al moorden gepleegd.” Jacob vermoordt dus wel mensen, maar alleen als hij héél boos is. Volgens Jacobs fans hoort dat bij de ‘ruwe zeden van de tijd’ en moeten we daar niet moeilijk over doen. Het is dus niet Jacobs schuld dat hij, in aanwezigheid van de graaf, ene Volker Uten Rosen doodslaat. Dat is gewoon een eigentijdse traditie.

De ‘onpartijdige’ positie van Vlaanderen kan niet blijven duren. Eind 1339 vlucht de graaf weg uit Vlaanderen en zoekt zijn toevlucht bij de Franse koning. Artevelde komt in openlijk conflict met zijn graaf en zijn koning, wat in feodale tijden een onwaarschijnlijk schandaal is, zeker voor een ‘gewone burger’.

Artevelde vindt ook hiervoor een creatieve oplossing: hij vervangt de graaf en de koning door betere exemplaren. Simon de Mirabello wordt ruwaard, plaatsvervanger van de graaf. Jacobs meesterwerk is evenwel de vervanging van de Franse koning.

Op 26 januari 1340 wordt op de Vrijdagmarkt de Engelse koning Edward III tot koning van Frankrijk gekroond. Niet alleen lost Jacob zo zijn legitimiteitsprobleem op, ook de woltoevoer is verzekerd. Het enige minpuntje is dat Vlaanderen meegesleurd wordt in de oorlog tussen Frankrijk en Engeland en op die manier verzekerd is van decennia vol ellende.

Zo vader, zo zoon

Eduard blijkt niet de betrouwbaarste aller bondgenoten en eenmaal de gevechten van Vlaanderen naar Bretagne verhuizen, begint het eerder tirannieke gedrag van Jacob steeds meer mensen te irriteren.

Op 2 mei 1345, ‘Quaden Maandag’, vindt op de Vrijdagmarkt een veldslag plaats tussen wevers en volders. Naderhand ligt de markt bezaaid met honderden lijken, terwijl vluchtende volders in de Leie verzuipen. De veldslag maakt het falen van Arteveldes politiek pijnlijk duidelijk. De twee partijen die Artevelde probeert te verenigen, slachten elkaar af op de plek waar hij Eduard III tot koning van Frankrijk liet kronen.

Twee maanden later wordt Artevelde voor zijn deur op de Kalandeberg vermoord, volgens de overlevering met een fikse bijlslag in het hoofd. De reden voor de moord is niet helemaal duidelijk, maar aan mogelijke motieven is er geen gebrek. Het verhaal van de Arteveldes eindigt niet met Jacobs dood. Zijn jongste zoon, Filips, grijpt kortstondig de macht in 1381-1382. Waar de meeste auteurs proberen Jacobs excessen aan de zeden van de tijd wijten, doen ze voor Filips niet meer die moeite. Filips houdt slachtpartijen onder zijn politieke tegenstanders en onder de tegenstanders van zijn vader. Sommigen beschuldigen hem er zelfs van mensen uit het raam van de eerste verdieping te smijten en vervolgens (!) te spiesen. Men zegt erg veel gemene dingen over Filips, het merendeel vermoedelijk terecht. Het voornaamste waarvoor u zich hem moet herinneren, is dat hij finaal en totaal in de pan wordt gehakt in de slag bij Westrozebeke in 1382. Filips sneuvelt, vermoedelijk vertrappeld door zijn eigen troepen. Om zeker te zijn dat hij dood is, hangen de Fransen zijn lijk ook nog een keer op.

De koning aller loodgieters

De geschiedenis vergeet Jacob van Artevelde lange tijd. Wie hem niet vergeet, schildert hem bij voorkeur af als een psychotische volksmenner. De herwaardering voor Artevelde komt er vreemd genoeg in belangrijke mate dankzij de Belgische onafhankelijkheid. De nieuwe natie zoekt in 1830 verse symbolen. Die liggen niet voor het grijpen. De koning is een geïmporteerde Duitser en voetbal is nog niet uitgevonden. Men zoekt de nationale symbolen dan maar in het verleden. Het bekendste voorbeeld van deze mythevorming is Hendrik Consciences ‘De Leeuw van Vlaanderen’. Met wat handige ingrepen promoveert Conscience een vergeten feodale veldslag op een wei ergens buiten Kortrijk tot een heroïsche verzetsstrijd van De Vlamingen tegen De volksvreemde Franschen en volksverradende Leliaerts. De historische werkelijkheid is daarbij – uiteraard –  van ondergeschikt belang.

Conscience waagt zich ook aan een roman over Artevelde, zeer toepasselijk ‘Jacob van Artevelde’ geheten. Als Belgisch symbool slaat Jacob nooit helemaal aan. Zo houdt de Belgische regering lang de oprichting van een standbeeld tegen omdat ze Artevelde ‘te republikeins’ vindt. Artevelde lijkt nochtans het archetype van de Belg: de man van het creatieve compromis, dat eerder uitblinkt in originaliteit dan in werkbaarheid.

In 1863 krijgt Artevelde alsnog zijn standbeeld. Volgens de (Franstalige) onthullingsspeech was ‘de Belgische natie zijn droom en gaf hij zijn leven om hem te verwezenlijken’. In die periode is Artevelde ook een tijdje een socialistisch symbool. Hij wordt echter steeds meer een strikt Vlaams symbool. Artevelde is, aldus Frans De Potter, ‘het toonbeeld van het orde- en vrijheidlievende, getrouwe, werkzame, krachtige Vlaanderen’, die vocht tegen ‘de Franschen, die eeuwige vijanden van het dietsche volk’. Tot in de Tweede Wereldoorlog blijft Artevelde een belangrijk Vlaams symbool, waarbij men hem soms afbeeldt in vreemde posities…

Jacob forever!

Het is lang zoeken naar iemand die de voorbije eeuw een onvertogen woord over Jacob durfde schrijven. Zijn mythologische reputatie verblindt bij momenten zelfs de meest kritische historici. Zowat de enige die geen last heeft van de mythische Artevelde, is de Engelse historicus David Nicholas. In zijn ‘The Arteveldes of Ghent’ uit 1988 fileerthij meteen de héle familie Artevelde.  Geen wonder dat het boek, een van de meest relevante over de Arteveldes, onvertaald bleef.

Over Filips zwijgt men bij voorkeur, waarschijnlijk het beste wat hem kon overkomen. Eind 19e eeuw probeert Marx’ schoonzoon, Paul Lafargue, het regime van Filips wel nog te verkopen als een prototype van de dictatuur van het proletariaat. Wanneer die dictatuur incompetentie, belangenvermenging en extreme wreedheid inhoudt, heeft Lafargue ongetwijfeld gelijk.
Als Vlaams symbool moet Jacob van Artevelde het na de Tweede Wereldoorlog definitief afleggen tegen de Guldensporenslag. Enkel het Gentse chauvinisme blijft nog over voor de arme man.
Als Gents icoon symboliseert Artevelde in de eerste plaats de goede (inheemse) heerser. Als dusdanig correspondeert hij rechtstreeks met dat andere Gentse icoon: Keizer Karel, de slechte (vreemde) heerser. Het standbeeld van Jacob staat niet toevallig op de plek waar eeuwenlang, tot de Franse Revolutie, een standbeeld van Karel V stond. De rol die deze twee figuren vandaag spelen, staat eigenlijk los van hun historische rol.

Tegenwoordig heet alles in Gent ‘Artevelde’. Evergem en Gent maken zelfs ruzie over wie zijn voetbalarena het Arteveldestadion mag noemen. Dat de man zelf minder bekend is dan zijn standbeeld, is meteen ook zijn grote troef. Artevelde is een ‘leeg’ symbool, dat door iedereen naar believen kan ingevuld worden.


Welke helden deconstrueer jij op Erfgoeddag? Welke bronnen getuigen van deze geschiedenis? Welke figuren zijn er door historisch onderzoek van hun voetstuk gevallen?

Leestips:
CARSON (Patricia), Jacob van Artevelde, Leuven, Davidsfonds, 1996, 159p.
DAVID (Nicholas), The van Arteveldes of Ghent : the varieties of vendetta and the hero in history, s.l., Ithaca – Cornell University Press, 1988, 212p.
MORELLI (Anne), De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië, Berchem, EPO, 1996, 328p.

Met dank aan TiensTiens, de andere k[r]ant van Gent, waar deze tekst eerst verscheen. De tekst hier is licht aangepast en ingekort.

Afbeeldingen:
Diverse afbeeldingen van de Gentse held bij uitstek, met een close-up van het standbeeld op de Vrijdagsmarkt in Gent.

Vrije tags
middeleeuwen
FAKE?
Helden
politici
monumenten