Amnesty International: 50 jaar strijd voor mensenrechten

Dit jaar vierde Amnesty International haar 50e verjaardag. De organisatie werd opgericht in 1961 in het Verenigd Koninkrijk door de Britse advocaat Peter Benenson. Benenson en zijn medestanders bouwden een wereldwijde organisatie uit die de verontwaardiging over repressieve regimes en hoe deze met mensenrechten omsprongen onafgebroken aanklaagden.

Benenson had een artikel gelezen over twee Portugese studenten die zeven jaar celstraf kregen omdat ze een toost op de vrijheid hadden uitgebracht. Hij begon na te denken over middelen om de Portugese regering - en andere repressieve regeringen - er toe te brengen dergelijke slachtoffers van onrechtvaardigheid in vrijheid te stellen. Hij kwam op het idee om de autoriteiten te bestoken met protestbrieven.  Om de aandacht van het publiek op het lot van politieke gevangenen te vestigen, organiseerden Benenson en andere activisten een campagne die een jaar duurde, genaamd ‘Appeal for Amnesty, 1961’. Deze ging van start met een krantenartikel dat op 28 mei 1961 overal ter wereld verscheen onder de titel ‘The Forgotten Prisoners’. Het artikel riep mensen op om - onpartijdig en vreedzaam - te protesteren tegen de opsluiting van mannen en vrouwen wegens hun politieke en religieuze overtuiging. Deze gevangenen werden "gewetensgevangenen" genoemd.


De gebundelde kracht van vele mensen
samen

Het artikel kreeg een gigantische respons. Binnen een maand hadden meer dan duizend lezers brieven gestuurd waarin zij steun of praktische hulp aanboden. Tevens stuurden ze gegevens over talloze andere gewetensgevangenen. Dit zou de drijvende kracht achter Amnesty International worden: acties van ‘gewone’ mensen overal ter wereld. Zes maanden na de publicatie van het artikel kondigde Benenson een volgende stap aan. Wat begonnen was als een tijdelijke actie werd uitgebouwd tot een permanente internationale beweging, Amnesty International.

Binnen een jaar had de nieuwe organisatie delegaties gestuurd naar vier landen om er op te komen voor gevangenen, en hield zij zich bezig met 210 gevallen. De belangstelling en het enthousiasme waren zo groot dat in zeven landen nationale afdelingen werden opgericht.

Langzamerhand breidde Amnesty International haar werkterrein uit en begon, naast het werken voor de vrijlating van gewetensgevangenen, ook actie te voeren voor eerlijke processen voor politieke gevangenen en actie tegen het martelen en mishandelen van gevangenen in het algemeen.
In de jaren '70 sprak Amnesty International zich formeel uit tegen de doodstraf in alle omstandigheden en breidde zij dit standpunt ook uit tot buitengerechtelijke executies en ‘verdwijningen’. Omdat Amnesty International wilde vermijden dat mensen slachtoffer zouden worden van bepaalde transacties van regeringen onderling, begon ze ook bescherming te bieden aan vluchtelingen die toevlucht zochten in een land om te ontkomen aan een repressieve regering in hun eigen land. Ook verzette de beweging zich tegen de overdracht tussen landen van expertise of wapentuig, als die tot schendingen binnen het mandaat van Amnesty International zouden leiden.

Tegelijk met de uitbouw van haar werkterrein kwamen er nieuwe methoden om druk uit te oefenen, gaande van dringende oproepen om een einde te maken aan martelingen en executies, tot breed opgezette campagnes tegen schendingen op grote schaal. Vandaag de dag is Amnesty International zowat overal aanwezig en telt ze meer dan 3 miljoen leden, activisten, schenkers verspreid over meer dan 150 landen. Meer dan 8.000 lokale groepen zijn overal ter wereld actief en in meer dan 50 landen zijn afdelingen opgericht.


Vlaanderen


Bij de eerste internationale samenkomsten van Amnesty International in Luxemburg en in het kasteel van Male bij Brugge, in 1961 en 1962 waren al Vlamingen aanwezig. Deze vroegtijdige belangstelling bleef echter niet duren en pas een zestal jaren later waren er opnieuw mensen bereid om zich in Vlaanderen actief voor de ideeën van Amnesty in te zetten. De eerste internationale anti-martelcampagne in 1973 zorgde voor een grotere bekendheid van Amnesty International in België. In datzelfde jaar werd officieel de Belgische sectie opgericht als vzw Amnesty International Belgium. Binnen deze vzw werkte een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling samen en afzonderlijk.

In 1973 ontstonden ook de eerste lokale Amnesty- groepen in Antwerpen en in Brussel. Amnesty Nieuws, het toenmalige ledenblad (ondertussen herdoopt naar Amnesty in Actie) van Amnesty Vlaanderen, verscheen ook voor het eerst dat jaar. Een belangrijke impuls werd in 1977 gegeven met de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan Amnesty International.

In 1978 werden de twee secties als vzw Amnesty International Vlaanderen en asbl Amnesty International Belgique francophone opgericht onder de overkoepelende vzw Amnesty International Belgium waarin de eigen werking en de samenwerking tussen de twee secties werden vastgelegd.

Toon jij op Erfgoeddag het verhaal van jouw lokale Amnesty International-afdeling, of andere voorvechters van mensenrechten? Hoe pakten ze het aan? Wat waren hun successen?

Meer informatie over de geschiedenis, de missie en de visie van Amnesty International vind je op de website. Op de website van de BBC vind je een filmpje over de figuur van Peter Benenson.

Leestip:
KUITENBROUWER (Maarten), LEENDERS (Marij) (red.), Geschiedenis van de mensenrechten : bouwstenen voor een interdisciplinaire benadering, Hilversum, Verloren, 1996, 312p.

Afbeeldingen:
(bovenaan) Het logo van Amnesty International, een kaars met prikkeldraad. In het BBC-filmpje vertelt Benenson over de symboliek van dit logo.
(onderaan) Waarmee het allemaal begon, de oproep van Benenson in The Observer van 28 mei 1961.

Vrije tags
ondernemerschap
heldenmoed
martelaren