Alfred Dreyfus: van zondebok tot held

De Dreyfus-affaire verscheurde Frankrijk rond 1900 in twee kampen, de zogenaamde ‘Dreyfusards’ en hun tegenstrevers. De strijd tussen beide was ongemeen heftig en draaide rond de veroordeling van de Franse officier, die ervan beschuldigd werd, een spion te zijn voor Duitsland. Het schandaal barstte los naar aanleiding van de beroemde brief van Emile Zola, “J’accuse…!”, die op 13 januari 1898 gepubliceerd werd in L’Aurore. Dreyfus’ veroordeling op 15 oktober 1894 bleek gebaseerd te zijn op valse beschuldigingen en documenten. De officier, die van joodse afkomst was (wat ongetwijfeld heeft meegespeeld in het proces), zat intussen een levenslange gevangenisstraf uit op het Duivelseiland.

Toen de waarheid aan het licht kwam, wilden de Franse militaire top en het politieke establishment die eerst verdoezelen. Alles werd in het werk gezet om een herziening van het proces onmogelijk te maken en de zaak in de doofpot te stoppen. Dat was echter buiten de waard (in dit geval de publieke opinie en het groeiende kamp van de ‘Dreyfusards’) gerekend. Wij kunnen ons vandaag de dag moeilijk voorstellen hoe groot de schokgolven waren van deze polemiek, die heel Europa in zijn ban hield.

Markiezin Arconati Visconti, de laatste bewoonster van het Kasteel van Gaasbeek, ontpopte zich van in het begin tot een gepassioneerde Dreyfusarde. Voor haar was Dreyfus een symboolfiguur, de belichaming van de strijd tussen links en rechts, tussen republikeinen en monarchisten, tussen klerikalen en antiklerikalen. Het kwam tot een heuse haatcampagne die door de overheid en de conservatieve elite georkestreerd werd, en waarin nationalisme en antisemitisme hand in hand gingen.

Telkens de markiezin langs het huis van "ce misérable Zurlinden" kwam (een generaal die zich verzet had tegen de herziening van het proces), spuwde ze ostentatief op de grond. En haar herenwoning in de Rue Barbet de Jouy had ze tot afschuw van de buren volgehangen met affiches ter verdediging van de held. Zij ondersteunde de affaire ook financieel: toen L’Aurore financiële problemen kreeg omdat heel wat mensen de krant links lieten liggen of hun abonnement opzegden, schonk ze 10.000 francs aan hoofdredacteur Georges  Clemenceau, die later premier van Frankrijk werd.

Op 19 september 1899 kreeg Dreyfus amnestie en werd hij vrijgelaten. Pas in 1906 werd hij echter volledig vrijgesproken en gerehabiliteerd. Intussen werden de Dreyfusards door de overheid angstvallig in de gaten gehouden als een gevaarlijke, linkse en subversieve bende. Een van de gevolgen van het niet aflatende gestook was de aanslag op Dreyfus in 1908, die hij overleefde.

Na zijn vrijlating werd Dreyfus onmiddellijk opgenomen in de vriendenkring van de markiezin. Zij nodigde hem uit voor een jachtpartij op het Kasteel van Gaasbeek. Aan de andere genodigden werd vooraf gevraagd, geen enkele allusie te maken op de vernederende jaren die hij in de gevangenis had moeten doorbrengen. Tijdens het middagmaal, dat geserveerd werd in de eetkamer met de pseudo-renaissancepersonages, hield iedereen zich aan de afspraak.

Maar toen na het dessert sigaretten werden aangeboden (roken was toen nog politiek correct), kon de markiezin zich niet langer inhouden. Zij vroeg haar eregast abrupt: "Là-bas, vous donnait-on du tabac?" Waarop Dreyfus als een heuse spraakwaterval het hele verhaal deed. Hoe zijn bewakers nooit met hem mochten praten. Hoe de brieven die hij ontving, door de censuur compleet gemutileerd werden.  Hoe hij op bevel van Parijs, toen de affaire begon over te koken, plots aan zijn bed diende vastgeketend te worden, uit angst voor een coup. Op een bepaald moment viel hij stil en verklaarde geëmotioneerd dat hij niet verder wilde praten. De markiezin, als doorwinterde maîtresse de maison, schakelde onmiddellijk over op een ander register. Later die dag vertelde ze dat de vijanden van ‘de held’ hem na zijn vrijlating uit de gevangenis tijdens de overtocht kranten hadden laten lezen waarin beweerd werd dat zijn vrouw intussen een minnaar had, kolonel Picquart nota bene, die alles gedaan had om Dreyfus vrij te krijgen...

Het Kasteel van Gaasbeek bewaart enkele foto’s van Dreyfus, en ook een brief van hem aan de markiezin, waarin hij haar uitgebreid bedankt voor de gastvrijheid.

Afbeeldingen:
Foto's en brieven van Dreyfus (c) Kasteel van Gaasbeek.
(bovenaan) de beroemde krantenkop van Zola, J'accuse

Met veel dank aan Luc Vanackere en Marieke De Beuckelaere.

Vrije tags
FAKE?
Helden
herinneringscultus
antiheld