Het binnenklimaat in de praktijk

Een waterbak aan de radiator, om de vochtigheid op peil te houden. Foto: Letterenhuis, fotograaf: Emma Decraemer

In 2023 startte FARO het Lerend netwerk duurzaam collectiebeheer. Henry McGhie gaf een eerste uiteenzetting over de duurzaamheidsdoelen, daarna werden de deelnemende collectiebeheerders uitgenodigd om vanuit hun eigen vragen en noden een traject uit te werken. We gingen aan de slag rond de thema's koerieren, duurzaam binnenklimaat en herbestemming van materialen, die iedereen nauw aan het hart lagen.

CAG, FOMU, Letterenhuis, Museum Plantin-Moretus en Stedelijk Museum Aalst bundelden de krachten in de werkgroep Duurzaam binnenklimaat. Die focuste zich op deze kernvraag:

Hoe bewaren we onze erfgoedcollecties op een duurzame wijze voor volgende generaties, rekening houdende met hedendaagse uitdagingen zoals het veranderende klimaat en de energietransitie met stijgende energiekosten? Hoe ga je om met je collectie als de temperatuur op een dag 10 graden kan verschillen, of als de luchtvochtigheid gaat pieken na een hevige of langdurige regenval? Wat als onze installaties dat niet trekken? Hoe lang zijn de objecten hiertegen bestand?

In dit bericht delen zij de inzichten die ze verzamelden in hun eigen praktijk en tijdens het lerend netwerk.

Normen en (meet)waarden

De machinekamer met HVAC-installatie in een museumdepot. Foto: Provincie Limburg, fotograaf: Tine Hermans

In de jaren 1950 werden een aantal waarden (set points) vastgelegd als richtlijnen voor erfgoedzorg. Ze groeiden uit tot voorwaarden. Om hieraan te voldoen, (ver)bouwden grote instellingen hun depots en tentoonstellingszalen, waarbij een HVAC-systeem de ideale vochtigheid en temperatuur nastreefde. Kleinere instellingen en historische huizen streefden de normen na met bevochtigers, ontvochtigers en creatieve temperatuurregelingen.

Tijdens onze sessies van het lerend netwerk bleek dat de opvolging van het binnenklimaat en de communicatie hierover niet altijd vlot verloopt. Instellingen worden geconfronteerd met een falend HVAC-systeem: het behoudt geen constante temperatuur of vochtigheid door een technisch mankement, beperkt onderhoud of een calamiteit. Soms wordt beslist om het systeem (deels) uit te zetten. 

"Standards get set out of habit, but also out of luxury - the standards simply aren't affordable today!" (Tino Sehgal tijdens de International Climate Control Conference 2024)

Als depotmedewerker of collectiebeheerder heb je vaak niet de kennis en het jargon om technische problemen correct te benoemen. De verantwoordelijkheid wordt gedeeld tussen de collectiebeheerder, die bezorgd is om de collectie, en de gebouwverantwoordelijke / sitemanager, die zich over het technische en onderhoudsaspect ontfermt en beroep doet op externen om correcties uit te voeren. Die getrapte verantwoordelijkheid en conflicterende prioriteiten vertragen noodzakelijke interventies en herstellingen.

Hoe kan het dan wel? En wat met onze maatschappelijke verantwoordelijkheid in de klimaat- en energiecrisis? Een pragmatischer houding rond het binnenklimaat dient zich aan, net zoals sensibilisering, multidisciplinaire samenwerking en kennisverdieping.

Voortschrijdend inzicht en veranderingsmanagement

Om de klimaatuitdagingen aan te gaan is een gedegen kennis van de impact van het binnenklimaat op een object nodig. Vanaf 2023 ondertekenden al vele instellingen de Klimaatverklaring voor erfgoedorganisaties: op basis van voortschrijdend onderzoek en inzicht worden de vroegere normen vervangen door een bandbreedte. Het is misschien een win-win, omdat we daarmee niet alleen energie besparen, maar wellicht ook een stabieler binnenklimaat bekomen. Toch blijkt er een mentale barrière te bestaan om een lossere bandbreedte te hanteren in de dagelijkse werking. Het vraagt nog een sensibilisering van collega’s en de sector om mee te stappen in dit verhaal.

Om beter zicht te krijgen op de energieproblematiek namen enkelen van ons in 2024 deel aan de opleiding van het KIK, Energiebesparing voor culturele erfgoedinstellingen. Naast een theoretische basis over klimaatsystemen en de fysische aspecten van een gebouw, stelde het KIK een nieuwe module voor om het energieverbruik van een instelling in kaart te brengen. Aan de hand van parameters kan een tool het effectieve energieverbruik van de culturele instelling meten. Klimaatloggers en de logging van het HVAC-systeem leveren de noodzakelijke basisdata. Daarnaast zijn de oppervlaktematen, het jaarlijkse energieverbruik (gas, elektriciteit) en metingen van het buitenklimaat onontbeerlijk. Om optimaal energie te besparen zijn gedetailleerde (energie)metingen op zaalniveau opportuun.

Van HVAC naar Deens model? Praktijkvoorbeelden

"Simple materials, start thinking, less machines. Art has survived 800 years without machines. Let's not destroy it now with too many machines." (Jochem Käferhaus, International Museum Conference on Climate Change, Wenen, 2025)

Zo’n veranderingsproces gaat gepaard met onzekerheden. Maar één ding is zeker: beslissingen moeten op maat zijn van je collectie, je gebouw en je organisatie. Dat levert een waaier aan oplossingen die net zo divers zijn als onze sector. Ter inspiratie delen we graag onze eigen aanpak en inzichten in een aantal nieuwe depot- en projectfiches.

Een zicht op het nieuw ingerichte depot. Foto: Letterenhuis, fotograaf: Emma Decraemer

Het Letterenhuis botste in 2023 tegen een kleinschalige calamiteit aan. Tijdens renovatiewerken aan de historische gevel werd de HVAC in eerste instantie uitgezet om te vermijden dat stof en puin de depots werden ingeblazen. Daarna was het echter enige tijd niet meer mogelijk om de installatie terug op te starten, vanwege verouderde onderdelen. Hoewel geen enkele instelling geconfronteerd wil worden met een defect HVAC-systeem, gaf deze situatie veel inzicht in het binnenklimaat van het gebouw. Dankzij een constante insecten- en schimmelmonitoring en door te zoeken naar een balans tussen temperatuur en vochtigheid is de schade aan de uiterst fragiele papieren collectie beperkt gebleven.

De buitengevel van het Lieven Gevaertdepot. Foto: Fotomuseum Antwerpen

Het FOMU heeft sinds 2017 een energiezuinig collectiedepot voor de bewaring van zwart-witfoto’s, fondsen en boeken. Het concept voor dit depot vertrok vanuit het Denemarkenmodel. De temperaturen fluctueren over de seizoenen, terwijl de RV stabiel wordt gehouden door het gebouw zo weinig mogelijk te betreden en minimale luchtcirculatie toe te laten. De materialen in de depots en het gebouw zelf houden elkaar in balans. Bijna 10 jaar later willen we de werking van dit depot evalueren en zonodig bijsturen om het energieverbruik nog verder te beperken. 

Ook de klimatisatie van de tentoonstellingszalen zal verder worden onderzocht. Hoe kunnen we de werking van de klimatisatie energiezuiniger te maken zonder het klimaat te ontregelen? Dynamic setpoint control en/of het uitschakelen van de klimatisatie tijdens de nacht zullen verder worden bekeken.

Foto: opening tentoonstelling. Foto: Museum Plantin-Moretus, fotograaf: Dries Luyten

Het Museum Plantin-Moretus heeft sinds 2016 een nieuwbouw waarin de depots, de leeszaal en het restauratieatelier zijn ondergebracht. Het HVAC-systeem verzorgt een stabiel klimaat in de depots, maar de temperatuur en vochtigheid fluctueert in het tussendepot en de leeszaal. Om dit onder controle te krijgen is een kritische analyse van het systeem noodzakelijk.

Het klimaat in het historische huis volgt de seizoenen en wordt bijgestuurd door bevochtigers en ontvochtigers. Onderzoek moet uitwijzen of dit een duurzame en haalbare kaart is voor de toekomst. Voor de in 2019 vernieuwde zalen voor tijdelijke expo’s is rekening gehouden met de buitenschil van het gebouw en de ramen zijn voorzien van voorzetramen. De aanpassingen leveren een vrij stabiel klimaat.

Depot voor de Collectie Bulskampveld. Foto: Collectie CAG

De Collectie Bulskampveld – een erfgoedcollectie van landbouw en ambachten – wordt op vraag van de Vlaamse Overheid beheerd door het Centrum Agrarische Geschiedenis vzw (CAG). De hele verzameling wordt bewaard in een loodsencomplex in Wingene. Dit is een niet-geïsoleerde ruimte (gebouwklasse type 3 volgens ASHRAE). In elk van de drie loodsen staat een verwarmingsinstallatie, waarvan twee functioneren op basis van stookolie, waarmee indien nodig verwarmd en/of ontvochtigd kan worden. De RV in het depot schommelt tussen 70% en 75% en er is relatief weinig condens. Omwille van praktische en budgettaire redenen wordt de verwarming weinig aangezet.

Op vraag van CAG voerde de firma Object Care in 2023 een risicoanalyse van het gebouw uit, alsook de conditierapportage van de drie topstukken in de collectie (een voetploeg, driewielkar en boerenwagen). Daaruit bleek dat de soms grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid geen grote bedreiging voor de collectie vormen. Houtborende insecten en (historische) vervuiling vormen een groter risico. Streven naar een optimaal binnenklimaat moet geen prioriteit zijn in het collectiebeheer van de Collectie Bulskampveld: de verzamelde voer- en werktuigen zijn voldoende robuust, mits voortzetting van de klimaatlogging en visuele monitoring. Het type erfgoed speelt dus een grote rol bij duurzaam collectiebeheer.

Met dank aan Anneleen Decraene, Lena Pinnel, Ann Deckers en Brecht Demasure

Foto's: Een waterbak aan de radiator. Foto: Letterenhuis, fotograaf: Emma Decraemer / De machinekamer met HVAC-installatie in een museumdepot. Foto: Provincie Limburg, fotograaf: Tine Hermans / Een zicht op het depot. Foto: Letterenhuis, fotograaf: Emma Decraemer / De buitengevel van het Lieven Gevaertdepot. Foto: Fotomuseum Antwerpen / Opening tentoonstelling. Foto: Museum Plantin-Moretus, fotograaf: Dries Luyten / Depot voor de Collectie Bulskampveld. Foto: Collectie CAG.

Tine Hermans