Mag dit wel? Humor tussen controverse en censuur
In Kruishoutem vind je een bijzonder huis waar humor en maatschappelijke scherpte samenkomen: het European Cartoon Center (ECC). Sinds 2007 is dit het kloppende hart van de cartoon in Vlaanderen – een plek waar kunstenaars van over de hele wereld hun werk tonen en waar bezoekers ontdekken hoe een eenvoudige tekening meer kan zeggen dan duizend woorden.
Wij gingen in gesprek met Jan en Rudy, twee van de drijvende krachten achter het ECC. Ze vertelden over de geschiedenis van het centrum, dat uitgroeide van een kleine paaswedstrijd tot een internationaal ontmoetingspunt voor cartoonisten. Over de kracht van humor, maar ook over de grenzen ervan: censuur, controverse en zelfcensuur. Over de rol van cartoons in de media, hun verdwijning uit de krant en de zoektocht naar nieuwe manieren om jongeren te bereiken.
Daarnaast spraken we over het archief, de bibliotheek, hun expertise in het ondersteunen van cartoonwedstrijden wereldwijd en de bijzondere gemeenschap van verzamelaars die rond het ECC is ontstaan. Een gesprek over de blijvende relevantie van de cartoon als spiegel van onze tijd.
Humor, controverse en censuur
De tentoonstelling Mag dit wel? Humor tussen controverse en censuur ging over de grenzen van vrijheid en de risico’s die cartoonisten nemen.
Rudy: “Vroeger kwam censuur meestal van politieke machthebbers of religieuze instellingen. Wie hen op de korrel nam, kon problemen verwachten: ontslag, boetes, soms zelfs gevangenisstraffen. Tegenwoordig verschuift dat. Nu zijn het vaak sociale media die bepalen wat zichtbaar blijft en wat verdwijnt. Algoritmes halen prenten offline, zonder menselijke tussenkomst.”
De expo toont prenten met de verhalen erbij. Lectrr, huiscartoonist van De Standaard, kreeg doodsbedreigingen na een cartoon in de nasleep van de aanslagen op Charlie Hebdo. Een Deense tekenaar moest onder politiebescherming leven nadat hij tijdens de coronacrisis cartoons tekende waarin China als aanstoker werd afgebeeld. Een Turkse cartoonist belandde in de gevangenis omdat hij de Turkse president Erdoğan als kat tekende.
De tentoonstelling plaatst dit ook in historisch perspectief. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden cartoons ingezet als propagandamiddel, zowel door Duitse als geallieerde partijen. Omdat veel mensen niet konden lezen, waren tekeningen een efficiënte manier om ideeën te verspreiden. Jan: “Dat toont hoe belangrijk cartoons altijd geweest zijn. Ze zijn niet zomaar grapjes, maar een middel om snel en scherp een boodschap uit te dragen.”
Van paasfeest tot internationale wedstrijd
Het verhaal van het ECC begint in 1978. Tijdens de paasfeesten in Kruishoutem werd toen een kleine cartoonexpo georganiseerd. Rudy herinnert zich dat het initiatief onverwacht veel bezoekers trok: “Omdat de belangstelling zo groot was, besloten we het jaar daarop een wedstrijd te organiseren voor Vlaamse tekenaars. Ook dat sloeg aan, en van daaruit ging het snel. Eerst werd het een Europese wedstrijd, daarna een internationale.”
Die internationale wedstrijd groeide uit tot de Euro-kartoenale, die elke twee jaar wordt georganiseerd. Intussen bestaat ze 25 jaar. De editie van dit jaar kreeg 728 inzendingen, afkomstig uit 82 landen. Jan: “Dat maakt de Euro-kartoenale tot een van de belangrijkste wedstrijden in haar soort. Je ziet meteen dat humor en beeldtaal geen grenzen kennen.”
De nood aan een eigen plek
De eerste jaren bestond de activiteit enkel uit de wedstrijd en een korte tentoonstelling die telkens maar enkele dagen liep. “We vonden het jammer dat zoveel werk maar zo kort zichtbaar was”, zegt Rudy. “Er kwamen prachtige inzendingen binnen, maar na een weekend verdwenen ze weer in een kast.”
Daarom werd gezocht naar een permanente oplossing. Met steun van provincie en gemeente kon het ECC een eigen gebouw oprichten. “De provincie beloofde twintig jaar lang een jaarlijkse dotatie”, legt Jan uit. “Met dat engagement konden we naar de bank stappen. Zo konden we de financiering rond krijgen.”
Het gebouw werd geopend in 2007. Vanaf dat moment kon het centrum, naast de wedstrijd, ook een volwaardig tentoonstellingsprogramma aanbieden. “Sindsdien tonen we acht tentoonstellingen per jaar”, zegt Rudy. “Daarmee is de cartoon het hele jaar door aanwezig in Kruishoutem.”
Bibliotheek en archief
Het ECC heeft intussen een van de grootste cartooncollecties van Europa uitgebouwd. Bezoekers vinden er zowel cartoonboeken als originele tekeningen. Jan: “We hebben duizenden originele cartoons. En onze bibliotheek is per land geordend. Als iemand een boek over Oekraïne vraagt, kunnen we dat binnen enkele seconden uit het rek halen.”
De collectie is opgebouwd via aankopen, schenkingen en vooral via contacten met cartoonisten wereldwijd. “Wie hier op bezoek komt, brengt vaak boeken mee uit zijn eigen land”, legt Rudy uit. “Zo hebben we bijvoorbeeld veel materiaal uit Portugal, Italië en Frankrijk. Tijdens corona vielen veel contacten stil, maar nu bouwen we dat weer op.”
Naast boeken verzamelt het ECC ook catalogi van internationale cartoonwedstrijden. Jan: “Die verdwijnen steeds vaker. Organisatoren publiceren alles online, maar een website verdwijnt snel. Gedrukte catalogi blijven bestaan. Daarom vinden we dat verzamelen belangrijk.”
Een kunstvorm die erkenning verdient
Cartoons zijn intussen bijna volledig uit de krant verdwenen. Redacties besparen of vermijden mogelijke klachten. Toch is de cartoon volgens het ECC meer dan een luchtige grap: het is een volwaardige kunstvorm. Rudy: “In musea zie je zelden cartoons. Terwijl het een medium is dat een eigen plaats verdient. Een cartoon kan met één beeld meer zeggen dan een lange tekst.”
Het ECC wil cartoonisten samenbrengen en nieuwe samenwerkingen stimuleren. Jan vertelt hoe schrijver Marc de Bel hier een cartoonist ontmoette die later zijn boeken illustreerde. “Zo ontstaan projecten die anders nooit zouden gebeuren.”
Spiegel van de samenleving
Het European Cartoon Center is vandaag een ontmoetingsplek, een archief en een tentoonstellingsruimte in één. Het centrum verbindt internationale cartoonisten met een breed publiek.
“Ons doel is eenvoudig”, besluit Rudy. “We willen cartoons tonen, bewaren en bespreekbaar maken. Want een cartoon is altijd meer dan een grap. Het is een manier om naar de samenleving te kijken. Soms luchtig, soms scherp, soms gevaarlijk. Maar altijd met impact.”
Wat je bij het ECC kan vinden
Naast tentoonstellingen is het ECC ook een documentatie- en expertisecentrum. Door de jaren heen bouwde het een sterke kennis uit over cartoons, cartoonwedstrijden en tentoonstellingen. Dankzij een wereldwijd netwerk van cartoonisten, organisaties en musea wordt het ECC regelmatig gevraagd voor jury’s van internationale wedstrijden of om advies te geven bij de organisatie van cartoonwedstrijden in binnen- en buitenland.
Wie op zoek is naar een cartoonist of karikaturist, kan bij het ECC terecht voor bemiddeling. Jan: “We brengen mensen graag met elkaar in contact. We nemen geen contractuele rol op, maar we helpen organisaties de juiste tekenaar te vinden voor hun project, campagne of evenement.”
Het ECC beschikt daarnaast over de Gustaaf Van Damme-bibliotheek, met meer dan 5.000 cartoonboeken (geen strips), 400 tijdschriften en ruim 20.000 originele cartoons, gerangschikt per thema. Ook thesissen, publicaties en naslagwerken over cartoons maken deel uit van het documentatiecentrum. De bibliotheek is tijdens de openingsuren vrij toegankelijk, al kunnen sommige unieke boeken niet worden uitgeleend.
Tot slot werkt het ECC aan de digitale ontsluiting van zijn collectie, zodat bezoekers in de toekomst ook online door het archief kunnen bladeren.
Foto's: FARO

