Trompe-l’oeils: tweetrapsraketten

Andrea Mantegna (1431–1506), Fresco's in de Camera degli Sposi, Palazzo Ducale Mantua. Publiek domein via Wikimedia Commons

Trompe-l’oeils, letterlijk in het Frans: bedrieg-het-oog, oftewel ‘bedriegertjes’, zijn fascinerende kunstwerken. Ze zetten de toeschouwer op het verkeerde been. Eerst lijkt er sprake van een reliëf, een vorm of een figuur die uit het kader treedt. En dan gebeurt er iets boeiends: zodra de toeschouwer beseft dat hij bedrogen is, volgt de omslag naar aandachtiger kijken. In de kunstgeschiedenis duiken talloze van deze spitsvondigheden op, die mooi het verschil illustreren tussen ‘zien’ en ‘kijken’.

Trompe-l’oeils worden al eeuwenlang gemaakt. Naar verluidt wedijverden schilders in de Oudheid met elkaar om een druiventros zo levensecht mogelijk weer te geven. Tijdens de Renaissance werd het spel met illusies, kijken en opnieuw kijken herontdekt. Het genre bereikte een hoogtepunt in de 17e eeuw, vooral in de Nederlanden.

Fresco, Pompeii, Insula Occidentalis VI, 17, 41. ArchaiOptix via Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0

Een uitgestoken hand

Dankzij verschillende teken- en schildertechnieken slaagden kunstenaars erin om voorwerpen zó overtuigend weer te geven dat toeschouwers zich even lieten (en laten) misleiden. Het lineair perspectief, of de techniek om diepte en ruimte op een plat vlak te suggereren door evenwijdige lijnen naar een of meer verdwijnpunten op de horizon te laten lopen, werd op punt gesteld. Ook besteedden kunstenaars meer aandacht aan lichtinval en uiterst realistische details. Denk bijvoorbeeld aan een brief die uit de lijst van een schilderij lijkt te steken, een gordijn dat ogenschijnlijk voor een tafereel hangt, of een uitgestoken hand die contact zoekt met de kijker. Telkens zit er een element van verrassing en humor in.

Voor een kort moment gebeurt er wat we kunnen omschrijven als de 'suspension of disbelief': de toeschouwer wéét dat hij naar een schilderij kijkt, en toch gaat hij mee in de illusoire verleiding.

Cornelis Norbertus Gijsbrechts, Trompe-l'oeil: brievenbord met dansmeesterviool en pistool. Collectie MSK Gent, fotograaf Hugo Maertens. Publiek domein via artinflanders.be

Enkele namen springen eruit, zoals Cornelis Norbertus Gysbrechts en Samuel Dirksz. van Hoogstraten. Hun stillevens, brievenborden en deurpanelen zijn zo overtuigend dat ze ook vandaag nog kijkers op het verkeerde been zetten.

Ook buiten de Lage Landen werd er volop visueel bedrogen, vooral in Italië en Frankrijk. Ook daar perfectioneerden kunstenaars de trompe-l’oeiltechniek, bijvoorbeeld in kerk- en paleisinterieurs. Zo schilderde de Italiaanse schilder en architect Andrea Pozzo in de 17e eeuw plafonds waarin een eindeloos diepe hemel bevolkt wordt door hele scharen heiligen en engelen. Een weids tafereel waarbij je als kijker ogen tekortkomt. Het doel van deze werken was ver- en bewondering wekken, en tegelijk een lach of verbazing ontlokken.

Bij de neus nemen

De populariteit van trompe-l’oeil kan erop wijzen dat beeldende kunst niet alleen een serieuze functie had (zoals een religieus, politiek en/of representatief doel), maar ook diende als bron van vermaak. Het spel met de zintuigen bood toeschouwers plezier, vaak met een subtiele knipoog naar de menselijke neiging om zich gewillig bij de neus te laten nemen. In dat spanningsveld tussen ernst en grap schuilt de humor die trompe-l’oeil zo aantrekkelijk maakte – en vandaag nog altijd maakt.

Aan de slag met trompe-l’oeil op Erfgoeddag

  • Maak zelf illusies: creëer een nieuwe ‘toegangsdeur’ in je gebouw, een diepe afgrond voor de deur of een andere illusie. Of beter nog: organiseer een workshop Bedrieg het oog en laat bezoekers zelf experimenteren met trompe-l’oeiltechnieken. Nodig de lokale Academie voor Schone Kunsten uit voor een interactieve les waarin bezoekers de kneepjes van het vak leren.
  • Zet je collectie in de kijker: heb je zelf werken in je collectie met trompe-l’oeilelementen? Ideaal om die voor het voetlicht te halen! Organiseer een rondleiding waarin je objecten verbindt met de thema’s illusie en spel. Welke stukken nodigen uit tot kijken, twijfelen of glimlachen?
  • Voorzie een fotomoment: stel een eigentijdse trompe-l’oeilopstelling samen waarin bezoekers zichzelf kunnen vereeuwigen als onderdeel van de grap.
  • Organiseer een lezing of gesprek: nodig een kunsthistoricus, restaurator of een andere expert uit om te vertellen hoe trompe-l’oeiltechnieken tot stand kwamen en hoe ze in hun tijd werden onthaald.
  • Denk eens out of the box: ga creatief aan de slag met – strictu sensu geen trompe l’oeil – het internetfenomeen I See Faces in Places. Op Instagram en andere platformen vind je talloze voorbeelden. Er bestaat zelfs een geleerd woord voor: pareidolie (of pareidolia), een vorm van illusie waarbij je in voorwerpen, plekken of gebouwen gezichten ziet. Fascinerend, en besmettelijk bovendien!

Lees- en luistertips

Erfgoeddag 2026, HAHA Humor

Erfgoeddag 2026 draait om het thema HAHA Humor en nodigt je uit om de vele gezichten van humor te ontdekken – van eeuwenoude satire tot hedendaagse memes.

Humor is overal: humor verbindt en bevraagt, stelt gerust én op de proef. Humor laat ons samen lachen, maar ook stilstaan bij wat grappig is voor de één, en pijnlijk voor de ander. Humor is meer dan amusement: humor is een spiegel, een wapen, een uitlaatklep. 

Om je op weg te helpen, bundelen we allerlei inspiratie. Van werkvormen en locaties tot mogelijke partners en inhoudelijke voorbeelden: je vindt het allemaal in ons inspiratieluik

Foto's: Andrea Mantegna (1431-1506), Fresco's in de Camera degli Sposi, Palazzo Ducale Mantua. Publiek domein via Wikimedia Commons / Fresco, Pompeii, Insula Occidentalis VI, 17, 41. ArchaiOptix via Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0 / Cornelis Norbertus Gijsbrechts, Trompe-l'oeil: brievenbord met dansmeesterviool en pistool. Collectie MSK Gent, fotograaf Hugo Maertens. Publiek domein via artinflanders.be

Roel Daenen
erfgoeddag
Ha ha humor
kunstgeschiedenis
Evenement