IJstijd: een andere blik op het Louvre

IJstijd (c) Nicolas de Crécy

Midden december nam de Nederlandse stripmaker Typex de Willy Vandersteenprijs in ontvangst voor zijn lijvige stripbiografie over het leven en werk van Rembrandt. Die prijs bekroont het beste Nederlandstalige boek van de voorbije twee jaar. Zopas verscheen IJstijd, de Nederlandse vertaling van Période glaciaire van de Franse cultstripauteur Nicolas de Crécy, waarin de maker in opdracht van het Louvre een bevroren blik werpt in de toekomst van het grootste museum ter wereld. Het lijstje musea dat de beeldtaal van strips gebruikt om het publiek met andere ogen naar hun werking en collecties te doen kijken, tikt lekker aan.

Eerder op deze website berichtten we over het hoe en waarom van Typex’ lezing van Rembrandt en waarom het Rijksmuseum het initiatief nam om deze strip te producen. Ook het (eveneens Nederlandse) Van Goghmuseum schakelde de voorbije jaren stripmakers in. Zo maakte Barbara Stok Vincent, een verhaal “[dat je] meeneemt naar de korte maar intense periode die Van Gogh in Zuid-Frankrijk doorbracht,” aldus de website van het museum. Daarnaast kwam er ook (het veeleer educatieve) Vincent van Gogh: De worsteling van een kunstenaar van onze landgenoot  Marc Verhaegen op de markt, eveneens in opdracht van het museum.

Pioniers

Het dateert echter al van 2002 dat het Louvre scheep ging met de Franse uitgeverij Futuropolis. Dat kwam zo: directeur Henri Loyrette wilde de vaste collectie van het Louvre steviger op de kaart zetten, onder meer door bruggen te slaan naar andere media. Daarbij dacht hij in de eerste plaats aan stripmakers. Het Louvre gaf onder de veelzeggende titel Un autre regard vier stripauteurs carte blanche om te reflecteren over de instelling. De strips werden voor een keer eens niet gepositioneerd als een ‘educatief glijmiddel’, louter bedoeld om het museum op te leuken voor kinderen. Gerenommeerde auteurs als Nicolas de Crécy, Marc-Antoine Mathieu, Eric Liberge en Yslaire gaven hun lezing van de collecties van het prestigieuze huis.

De Crécy beet in 2005 met (in het pas naar het Nederlands vertaalde) Période glaciaire de spits af. Gevraagd naar zijn aanpak, vertelt De Crécy in De Standaard het volgende: “Na een bezoek aan het Louvre had ik het gevoel dat ik eigenlijk niks wist. Dus toen heb ik personages bedacht die nóg minder wisten dan ik. Zij betreden het Louvre nadat het eeuwenlang in de vergetelheid is geraakt. Ze dwalen door de museumzalen en proberen te begrijpen wat ze zien.” In die verre toekomst speelt Hulk, een genetisch gemanipuleerde hond met een bijzondere reukzin, de hoofdrol bij een archeologische expeditie op het verloren ijscontinent Euro.

Het gezelschap waar Hulk deel van uitmaakt stuit in het pakijs op de resten van het Louvre (zie de cover) - een fris opstapje voor het betere gefilosofeer over de zin, aanpak, werking en betekenis van (schilder-)kunst en musea. De Crécy maakt van de gelegenheid gebruik om het verhaal te brengen van de ‘redding’ van de collectie uit de handen van de nazi’s bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. Een aantal van de topstukken komt heel letterlijk tot leven en maakt zijn opwachting in een verrassende, nieuwe en prettig gestoorde, associatieve narratologie. Voor wie benieuwd is naar welke voorwerpen worden opgevoerd, vermeldt de auteur alle aangehaalde objecten netjes in een overzichtelijke lijst, met hun inventarisnummers en precieze locatie in het museum.

In eigen land namen de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in 2009 de Pools-Belgische tekenaar Gregorz Rosinski, beroemd van de succesreeks 'Thorgal' onder de arm. Hij ontwierp drie schilderijen "die Merovingische geschiedenis tot leven brengen." In datzelfde museum werkte de Educatieve en culturele dienst een museumroute (op ooghoogte van kinderen) uit, in samenwerking met Judith van Istendael. In de KMKG hebben ze overigens wat ervaring met strips. In 1996 zette het, naar aanleiding van '100 jaar beeldverhaal', een project op dat de titel meekreeg 'Museum in strip'. Daarbij werd een expo gepresenteerd met objecten uit de collecties en die stripauteurs (denk aan Hergé met 'Het Gebroken Oor') hebben geïnspireerd.

Meer info over de vertaling van 'IJstijd' vindt u op de website van Stichting Zet.El. U kunt nog t/m 29 maart terecht in het Institut français des Pays-Bas in Amsterdam voor een tentoonstelling met een selectie van de originele tekeningen van 'IJstijd'.

Dichter bij huis kunt u op 24 februari Marjolijn Meynen, het Hoofd communicatie en marketing van het Rijksmuseum, bij FARO horen vertellen over de marketingstrategie van haar museum. Ook benieuwd of ze het zal hebben over Typex' Rembrandt?

Roel Daenen
strips
toerisme
boeken om naar te kijken
marketing
de Crécy
Louvre