15 jaar Grundtvig – FARO bij de bekroonde organisaties

logo 15 jaar Grundtvig

Afgelopen vrijdag organiseerde het nationaal agentschap 'Europese Programma's voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking’ (Epos vzw), in het West-Vlaamse provinciehuis Boeverbos te Brugge een studiedag over volwasseneneducatie. De aanleiding daartoe was dubbel. Enerzijds werd teruggekeken op vijftien jaar werking rond volwasseneneducatie via Grundtvig als een zelfstandig Europees ondersteuningsprogramma. Anderzijds werd het nieuwe Elektronische Platform voor Volwasseneneducatie in Europa (EPALE) gelanceerd. FARO mocht bij deze gelegenheid een certificaat in ontvangst nemen als Vlaamse organisatie die via Grundtvig het grootste aantal leerpartnerschappen heeft opgezet.

De voormiddag van deze studiedag stond nog helemaal in het teken van een terugblik op vijftien jaar Grundtvig. Sinds 2015 is Grundtvig als Europees ondersteuningsprogramma immers helemaal ingekanteld in het overkoepelende Erasmus+. Epos selecteerde uit de reeks Vlaams betoelaagde samenwerkingsprojecten van de voorbije jaren zeventien internationale projecten, die via een kleine infobeurs hun werking en resultaten voorstelden. Enkele organisaties en personen werden ook met een certificaat onderscheiden. Zo mocht FARO de prijs in ontvangst nemen voor de organisatie met het grootst aantal projecten / leerpartnerschappen en nascholingsbeurzen. Het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed was o.a. in 2012-2014 partner in een Grundtvigproject, waarbij we met de daarvoor toegekende middelen bijna 20 volwassen lerenden uit allerlei Vlaamse erfgoedorganisaties konden laten deelnemen aan een van de vijf thematische bijeenkomsten met partners uit Spanje, Denemarken en Turkije.

Hoger onderwijs best bedeeld

Daarnaast werd in het plenaire programma in de provincieraadszaal terug- en vooruitgeblikt op de Europese ondersteuning van volwassenenvorming. En dat blijkt geen onverdeeld rooskleurig plaatje op te leveren. Alan Smith, voormalig hoofd van de Unit Volwasseneneducatie bij de Europese Commissie, maakte een kritische analyse van de perspectieven sinds Grundtvigaanvragen binnen het Erasmus+kader moeten lopen. In de zopas goedgekeurde Europese begroting voor 2016 stijgen de middelen voor Erasmus+ aanzienlijk. Maar dit verheugende nieuws wordt getemperd door de analyse dat de ook in het verleden al veel sterker uitgebouwde uitwisselingsprogramma’s voor het hoger onderwijs hun budget met 30% zien toenemen in vergelijking met de vorige jaren, terwijl het budget voor volwasseneneducatie slechts met 7% stijgt. Verhoudingsgewijs gaat er van de Erasmus+toelagen globaal 4% naar volwasseneneducatie via Grundtvig. Voor België als lidstaat komt daar nog de budgettair wegende factor bij dat nu ook alle aanvragen van Europese koepelorganisaties met zetel in Brussel op het Belgische budget meegenomen moeten worden. Daarvoor krijgt België weliswaar 10% extra middelen, maar de ingediende aanvragen van deze Europees genetwerkte organisaties overstijgen dat bedrag, zodat er voor intern-Belgische organisaties de facto minder middelen zijn.

Bovendien is er binnen het segment volwasseneneducatie een duidelijke verschuiving merkbaar van trajecten voor informeel leren in vrijwilligersstatuut naar reguliere vormingstrajecten voor medewerkers op de werkvloer. Aan de vrijwilligerszijde worden inmiddels dan minder projecten en minder organisaties ondersteund dan vroeger. Kleinere lidstaten binnen de EU komen daarbij ook minder aan bod. Omdat de strategische agenda van de Europese Commissie nu meer richtinggevend lijkt te zijn dan de educatieve noden binnen organisaties zelf, trekken velen bij voorbaat de conclusie dat Grundtvig (de naam bleef in de reorganisatie wel behouden als een onderdeel van Erasmus+) niet langer een programma voor hen is. De Commissie wil volwasseneducatie de komende jaren prioritair afgestemd zien op het intergenerationele leren en op integratie van de recente vluchtelingen van buiten de EU.

Met levenslang leren als algemeen onderschreven en al enkele decennia benadrukte beleidswens, is de nood aan een vormingsaanbod voor alle volwassenen groter dan ooit. Professor Herman Baert (KU Leuven) becijferde dat 74% van de lager- en kortgeschoolden in Vlaanderen vandaag op geen enkele manier deelnemen aan een vorm van leren of competentieverwerving. Ook op de motivering daartoe moet dringend en intensief ingezet worden, zeker in Vlaanderen. Gemiddeld voor heel de EU heeft vandaag 75% van de volwassenen persoonlijk geen leervraag. Vlaanderen hinkt hier met 82% nog verder achterop.

Er zal – zo klonk de gedeelde teneur van deze EPOS-studiedag – de komende jaren intensief moeten gezocht worden naar en geëxperimenteerd worden met een breder leeraanbod, meer stimulering tot levenslang leren en nieuwe actoren die hierin een rol opnemen. Het hoger onderwijs en de werkgevers – zelfs met een flankerende rol van de vakbonden - zijn daarbij niet in staat om alleen de maatschappelijke noden te counteren. Ook het socio-culturele middenveld – in Vlaanderen toch een sterk uitgebouwde, goed toegeruste en beleidsloyale actor – zal rollen en kansen moeten blijven toebedeeld krijgen.

Grensverleggend leren via EPALE

In de namiddag lanceerde EPOS zijn nieuwe logo en baselijn, die voortaan 'EPOS – grensverleggend leren' luidt. Nadat op donderdag in Nederland al hetzelfde gebeurd was, werd nu ook voor Vlaanderen het EPALE-platform officieel gelanceerd. Dit moet vanaf nu de centrale draaischijf van informatie over volwasseneneducatie in Europa worden. Alle informatie over programmaprioriteiten, deadlines en hulpmiddelen zullen hier gecentraliseerd worden. Organisaties die een samenwerkingsproject willen opzetten, kunnen via EPALE partners in andere lidstaten en uitbreidingslanden vinden. Ook projectresultaten en handleidingen worden hier beschikbaar gesteld. 

Rob Belemans
Grundtvig
volwasseneneducatie
epos
EU
Erasmus+
Conferentie