Ziehier dé nieuwe ICOM-museumdefinitie

De nieuwe ICOM museumdefinitie 24 augustus 2022

De Bijzondere Algemene Vergadering van ICOM in Praag keurde de nieuwe museumdefinitie goed. Daarmee komt een einde aan een intensief proces van overleg, uitwisseling en discussie. Opluchting alom.

Eureka: nieuwe museumdefinitie

Het voorstel dat enkele maanden geleden door ICOM Define – het comité dat verantwoordelijk is voor het opstellen van de museumdefinitie – naar voren werd geschoven, werd vandaag gestemd en goedgekeurd. Zoals u mogelijks weet (lees meer onderaan deze pagina), zette ICOM Define een participatief traject op om tot dit voorstel te komen. En daarvoor leverde ook het Nationaal Comité België input aan, mogelijk dankzij de goede samenwerking tussen ICOM Wallonie-Bruxelles, ICOM Vlaanderen, Brussels Museums en FARO. Deze organisaties namen de taak op zich om de museum- en erfgoedprofessionals in België te informeren én te betrekken. We verbreedden het opzet bovendien: niet enkel museummedewerkers konden input leveren, ook collega’s actief in andere erfgoedorganisaties werden uitgenodigd om bij te dragen. Zodoende konden we er o.a. voor zorgen dat ook over immaterieel erfgoed in een museale context werd nagedacht.

Kortom, het Nationaal Comité van België is dus een van de 128 comités die bijdroegen. En vanmiddag werd dus de nieuwe museumdefinitie aangenomen met 92,41% van de stemmen. Een overweldigend succes. Bij deze wil ik – ook in naam van ICOM België en FARO – iedereen van harte bedanken voor de inspanningen en bijdragen!

De nieuwe definitie:

"A museum is a not-for-profit, permanent institution in the service of society that researches, collects, conserves, interprets and exhibits tangible and intangible heritage. Open to the public, accessible and inclusive, museums foster diversity and sustainability. They operate and communicate ethically, professionally and with the participation of communities, offering varied experiences for education, enjoyment, reflection and knowledge sharing."

De museumdefinitie wordt aanvaard

Opluchting na de crisis in Kyoto  

Drie jaar geleden liepen de discussies hoog op tijdens de ICOM-conferentie in Kyoto. Met als (twijfelachtig) hoogtepunt dat we stemden om níet te stemmen over de voorstellen van museumdefinitie die toen voorlagen. De discussies waren zeer geanimeerd en waardevol, en als lid van de Belgische delegatie volgde ik de beslissing. Maar zoals vele anderen, zo niet iedereen – keerde ik terug naar huis met een wrang gevoel.

Een internationale museumdefinitie lijkt misschien ‘slechts’ een definitie, maar is dat in de praktijk niet. Ze vormt immers een fundament van een museum- of erfgoedbeleid, en ze biedt een onderscheidend kader voor organisaties. De definitie is ook voor beleidsmakers relevant: hen biedt het een kader om beleid mee te maken, en is het vaak de basis om al dan niet subsidies te verstrekken. Voor museum- en erfgoedprofessionals ten slotte is de International Council of Museums de internationale museologische referentie waarbinnen (samen)gewerkt kan worden. Soms is het moeilijk om aan een politiek bestuur het belang en de uniciteit van ‘een erkend museum’ aan te tonen. ICOM is dan dé organisatie om naar te verwijzen, natuurlijk op voorwaarde dat die organisatie zelf krachtig en geloofwaardig is. De crisis van Kyoto 2019 deed de legitimiteit van ICOM – naar mijn idee toch – wankelen.

Dat er nu eindelijk een nieuwe museumdefinitie is, en dat die breed gedragen wordt, is dan ook een zeer grote opluchting. Zoals ik gisteren al schreef, heb ik ook de indruk dat ICOM terug on track is met de grote thema’s die ze naar voren schuift. In het Strategisch Plan 2022-2028 worden die thema’s geëxpliciteerd – waarover later meer.

Zijn we nu écht tevreden?

Blijdschap en opluchting zijn nu zeker op hun plaats. Tevredenheid ook: het was tijd om af te ronden, er is gesleuteld en geolied, en elk woord is gewikt en gewogen. Maar de nieuwe museumdefinitie breekt geen potten. Dat hoeft op zich niet. Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijke definitie vooral hanteerbaar moet zijn voor een sector en voor een beleid. Wanneer te vaag of wanneer er teveel interpretaties mogelijk zijn – zoals in het geval van het Kyoto-voorstel – wordt dat zeer moeilijk tot onmogelijk. Kortom, heel erg ‘bezield’ of filosofisch geïnspireerd is de museumdefinitie niet. Maar ze kan naar alle waarschijnlijkheid wél haar werk doen, en toegepast worden in allerhande contexten. Het is ook ronduit knap om vast te stellen dat een internationale gemeenschap collectief dus écht wel wat kan betekenen.

Dit smaakt naar meer. Nu de museumdefinitie er is, kunnen we – ook weer collectief – in gesprek gaan over de waarden, de grote maatschappelijke thema’s, die betekenis geven aan musea en erfgoed. Ik kijk dan ook uit naar het traject rond de Ethische Code waarbij de internationale sector wordt betrokken, en het uitrollen van het Strategisch Plan 2022-2028. Wordt vervolgd.

Meer lezen? 

Raadpleeg deze andere blogberichten en teksten van Olga Van Oost:

Olga Van Oost
museumdefinitie
museologie
icom
Praag2022
Conferentie