Van samenwerking tot fusie in de Nederlandse musea?

Halbe Zijlstra, Nederlandse staatssecretaris voor Cultuur
Om de zoveel jaar wordt het Nederlandse museumbestel in vraag gesteld. Nieuwe beleidsmakers leggen andere inhoudelijke prioriteiten, verantwoordelijkheden van het rijk, de provincies, de steden en gemeenten worden opnieuw bekeken.
 
Met de huidige staatssecretaris van Cultuur, Halbe Zijlstra is het niet anders. In zijn beleidsbrief Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op het cultuurbeleid schreef Zijlstra dat een herijking van het museumbestel wenselijk is. En wel om ervoor te zorgen dat musea "aantrekkelijke instellingen voor het publiek en de sponsors blijven, dat de kwaliteit van collecties en presentaties ook in de toekomst op hoog niveau blijven en dat de ruimte voor verbeteringen wordt benut." Zijlstra stelt nog dat dit betekent dat er om die reden keuzes moeten gemaakt worden. Keuzes die gericht zijn op "kwaliteit" en "focus".
 
Zijlstra wil dat musea meer gaan samenwerken: "Verbinden en krachten bundelen is het motto om de voor de museale sector beschikbare collectieve middelen optimaal in te zetten en de museale sector verder te ontwikkelen als een hoogwaardige culturele, educatieve en economische sector." Zijlstra trekt de redenering verder door en denkt ook hardop aan fusies die het aantal musea zouden verkleinen.
 
Bovendien, en dat blijkt ook al uit het vorige, stelt hij expliciet dat musea de strakke bedrijfsvoering nog meer dienen op te voeren, (nog) zelfstandiger moeten (gaan) werken en (nog meer) ondernemer moeten worden. In een brief aan de Raad voor Cultuur vraagt hij om onder meer over dit onderwerp een advies te formuleren. De adviezen van de Nederlandse Raad voor Cultuur zijn steevast goed onderbouwd en bovendien nog interessant om lezen. De Raad voor Cultuur is het wettelijke adviesorgaan van de regering en het parlement dat onafhankelijk is, adviseert (gevraagd en ongevraagd) over actuele beleidskwesties en subsidiebesluiten. 
 
Het is dus afwachten op dit advies, dat einde 2012 wordt verwacht. 
 
Olga Van Oost