Musea dienen een collectieplan op te stellen. Elk museum krijgt hiermee te maken, bijvoorbeeld bij de aanvraag van een kwaliteitslabel, een erkenning, een werkings- of projectsubsidie. Of wanneer een samenwerkingsverband wordt opgezet en organisaties tot een gezamenlijk collectiebeleid willen komen. 

Maar hoe doet u dat? Hoe werkt u een uitgebalanceerd collectieplan uit? Deze vraag wordt geregeld aan ons gesteld en het is niet eenvoudig om daar pasklaar op te antwoorden. Op het Groot Onderhoud komen vragen naar de waardering van collecties ook aan bod. 

Deze week verscheen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 'Op de museale weegschaal. Collectiewaardering in zes stappen'. Deze publicatie reikt op een bevattelijke manier een methode aan om in zes stappen een collectie te waarderen. Enkele ideeën die de systematiek onderbouwen en die de toon zetten, zijn dat: 

• objecten en collecties geen 'intrinsieke waarde' hebben, 'omdat een object zelf geen vaststaande, objectieve meetbare waarde heeft'
• een waardering een momentopname is en 'dat de toegekende waarden aan bobjecten of (deel)collecties niet voor eeuwig en altijd vastliggen'

Op een heldere manier worden volgende stappen in het waarderingsproces overlopen, geïllustreerd met voorbeelden:

• Stap 1: formuleer de aanleiding en vraagstelling en leg deze vast op het waarderingsformulier;
• Stap 2: bepaal wat u gaat waarderen, binnen welk referentiekader en wie de belanghebbenden zijn;
• Stap 3: bepaal welke criteria voor de waardering relevant zijn en definieer het waarderingskader;
• Stap 4: ken waardescores toe en onderbouw ze met argumenten;
• Stap 5: verwerking van de toetsing;
• Stap 6: besluit of actie

Klik hier voor meer informatie over de volledige publicatie.