Terugblik werkbezoek tentoonstellingsproductie en museumtechnieken in het KMSKA

Werkbezoek FARO en STEPP aan het KMSKA. Foto: Monique Verelst (FARO)

Na een pauze van twee jaar konden FARO en STEPP begin maart opnieuw een werkbezoek 'Tentoonstellingsproductie en museumtechnieken’ aanbieden. Tijdens deze jaarlijkse werkbezoeken zoomen we in op het reilen en zeilen van het productie- of tentoonstellingsteam in een museum.

Op 9 maart brachten we met een 100-tal aanwezigen een bezoek aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). Na elf jaar van bouwen en renoveren opende het museum eind september opnieuw de deuren voor het publiek. Een terugblik.

Tijdens het plenaire gedeelte gingen een aantal sprekers dieper in op de ontwikkeling van het masterplan en de organisatie van het team. Ze gaven meer toelichting bij de planningsaanpak, en bespraken de scenografie, de technieken en de inhuizing van de collectie en het gebruik van SketchUp bij het ontwerp en de inhuizing van de collectiepresentatie.

De deelnemers kozen na het plenaire deel twee rondleidingen uit een aanbod van zes, die voor en achter de schermen dieper ingingen op specifieke thema’s.

Masterplan en technieken

Het masterplan van het Rotterdamse bureau KAAN Architecten transformeerde het historische museumgebouw uit 1890 na een elfjarig verbouwingstraject tot een gloednieuw en in ere hersteld museumgebouw. Het werd uitgebreid met een nieuw en strak volume dat in contrast staat met de oude zalen. Er is in totaal een 1500 m2 publieke ruimte, waaronder 23 tentoonstellingszalen in het 19e-eeuwse deel en tien zalen in het toegevoegde hedendaagse volume.

Werkbezoek FARO en STEPP aan het KMSKA. Foto: Monique Verelst (FARO)

Tijdens het begeleide bezoek doorheen de museumzalen werd dieper ingegaan op de technieken en specifieker op klimaat. Er wordt klimaatklasse ASHRAE A gehanteerd in de tentoonstellingszalen. Een klimaatklasse is een label dat weergeeft hoe strikt of hoe ruim de klimaateisen zijn in functie van temperatuur en relatieve vochtigheid, gebaseerd op de invloedrijke publicatie van de American Society of Heating, Refrigerating and Air-conditioning Engineers (ASHRAE). Het label zegt iets over de toegestane schommelingen in temperatuur en RV en over de uiterste grenswaarden, maar de gebruiker bepaalt zelf het setpoint voor deze parameters. Elke klasse biedt een bepaalde mate van bescherming tegen mechanische, biologische en chemische risico's voor uw collectie.

Het KMSKA hanteert een relatieve vochtigheid in de zalen tussen de 40-60 RV, een gemiddelde temperatuur van 20°C en een toegestane schommeling van 5°C voor seizoensaanpassing en een maximaal toegelaten fluctuatie van +/- 2°C per 24 uur.

Werkbezoek FARO en STEPP aan het KMSKA. Foto: Monique Verelst (FARO)

De geklimatiseerde koudere lucht wordt van bovenaf ingeblazen (kroonlijst) en vloeit langs de wand naar beneden. De ventilatielucht warmt in de zaal door middel van radiatoren en de mensen die er rondlopen, de opgewarmde lucht stijgt en wordt via afzuigopeningen bovenin de zaal afgevoerd.

Voor het nieuwe museumdeel is het anders: voor de witte zalen werd een systeem ontwikkeld waarbij lucht langzaam de ruimte inblaast via openingen onderaan in de wand. Die lucht wordt op onzichtbare plekken via het plafond van bouwlaag vier gerecupereerd. De lucht is geklimatiseerd, de ruimtes worden verwarmd en gekoeld via de vloer.

Qua brandbeveiliging is er een aspiratiedetectiesysteem (een rookaanzuigsysteem). Deze hooggevoelige vorm van branddetectie is in staat vroegtijdig een brand te detecteren door monsters uit de lucht te nemen en te testen. Dit gebeurt in combinatie met gewone optische detectoren en met beam-detectoren, dat zijn rookmeldproducten met een automatische uitlijning van een optische infraroodstraal.

Scenografie en materialiteit

De scenografie-opdracht werd in 2017 gegund aan Robbrecht en Daem architecten en omvatte alle losse elementen zoals vitrines, sokkels, meubilair en de informatiedragers zoals de staanders in de zalen. De tentoonstellingsmuren hoorden daar niet bij; zo werd de kleur van de muren en van het plafond bepaald door de architect van het gebouw.

Het KMSKA koos ervoor om de 19e- en 21e-eeuwse sfeer met elkaar te verbinden. Qua materialiteit gingen ze voor een concept van gefineerde multiplexplaten, handmatig gekleurd in zwarte inkt. Deze elementen dragen informatie, bieden een podium voor de kunstwerken en creëren plekken waar bezoekers kunnen rusten en reflecteren. Alle elementen zijn familie van elkaar. Ze vormen een verbindende laag, tussen het nieuwe en oude museumdeel, en tussen permanente en tijdelijke exposities. Er zijn een tiental afmetingen van sokkels en zes kleuren van grijstinten om zo wildgroei van sokkels te vermijden en rust te creëren. Er werden prototypes gemaakt van de belangrijkste elementen: zo konden er technische keuzes gemaakt worden en kon men bijsturen waar nodig.

Werkbezoek FARO en STEPP aan het KMSKA. Foto: Monique Verelst (FARO)

In het midden van de tentoonstellingsruimtes staan tafels met en zonder multimediale elementen. De tafels fungeren enerzijds als meubel om de multimedia te bedienen, anderzijds als omhulling voor de technieken of verwarmingselementen. De freesgaten zorgen voor de verluchting en de bevestiging van de multimediale elementen (touchscreens, NUC-minicomputers en andere apparatuur).

De scenografie voor de tijdelijke tentoonstelling Nationale Expo werd uitgevoerd door Onbetaalbaar. Zij gaan telkens aan de slag met ecologische en herbruikbare materialen. Makkelijke montage en demontage is hierbij van belang. Ze maakten gebruik van de HITCH-tools, een klemsysteem dat op veel verschillende materiaalsoorten kan worden toegepast.

Het tekenprogramma SketchUp werd gebruikt door een museummedewerker ter ondersteuning van de scenografie en de inhuizing van de collectie. Oorspronkelijk waren de 3D-bestanden van het hele KMSKA-gebouw te zwaar en werden er in SketchUp lichtere bestanden aangemaakt om mee te werken, van bij aanvang in 3D en voor de plaatsing van de collectiestukken tegen de wanden of in de ruimte ook in 2D.

Op het plan stond telkens goed aangegeven in welke ruimte van het immense gebouw een collectiestuk of wand zich bevond. Dat een medewerker van het museum hiermee aan de slag kon was handig omdat de ruimtes tijdens de verbouwingswerken niet toegankelijk waren. Eens de ruimtes getekend, kan men er ook in de toekomst mee verder: nieuwe tentoonstellingen worden erin uitgewerkt. 

Installatie scenografie KMSKA
Installatie scenografie KMSKA

Inhuizing van de collectie & art handling

De deelnemers kregen tijdens de rondleiding een blik achter de schermen in het depot en er werd gefocust op de installatie van de meest complexe en fragiele kunstwerken. Het depot telt een kleine 2.000 schilderijen en herbergt het volledige prentenkabinet. Verder is er een apart gedeelte met klimaatgevoelige beelden. De inhuizing nam zes maanden in beslag.

Werkbezoek FARO en STEPP aan het KMSKA. Foto: Monique Verelst (FARO)
Werkbezoek FARO en STEPP aan het KMSKA. Foto: Monique Verelst (FARO)

Een goede voorbereiding voor de inhuizing van de collectie was nodig. Het team maakte factsheets van de objecten met daarop de afmetingen, het gewicht, het ophangsysteem, de ondersteuning en de conditie. Er werden protocollen uitgeschreven. Er moesten 640 werken naar 33 zalen. Elke ruimte kreeg een kleurcode, die verwees naar de moeilijkheidsgraad qua art handling en accrochage. Rood: zeer complex (de Rubens- en Van Eyck-zaal). Geel: complex boven elkaar te monteren (schilderijen). Blauw en groen: minder complex, bv. de kleinere werken.

Voor de inhuizing van de collectie werd gestart met de meest complexe zalen. Grote collectiestukken werden vanuit het kelderdepot via een (reeds aanwezig) luik in de vloer naar de zalen getakeld. De werken werden in een specifieke volgorde naar boven gehaald en vanwege de grootte van de werken, gebeurde het draaien van de collectiestukken in de zalen zelf. In de zaal zelf was een steiger gebouwd van negen meter hoog met op twee punten een katrol aan een motor. Eens boven, werden de schilderijen op dekens geschoven, begeleid door twee grote rolsteigers.

Bruiklenen werden nadien geprogrammeerd en zoveel mogelijk gegroepeerd (per materiaalsoort, per werkwijze). Kleine fragiele werkjes werden als laatste geplaatst – wanneer er geen werken meer verricht moesten worden (geen ophangsysteem, geen klimaatbox of vitrines). Er werd op voorhand een scenario uitgetekend op zaalniveau (SketchUp).

De salon was het moeilijkst, omdat de werken er heel dicht op elkaar hangen. De SketchUp-plannen met alle afmetingen hebben hier een belangrijke rol gespeeld.

Installatie scenografie KMSKA

Op het vlak van duurzaamheid werd voor transporten korter dan 350 kilometer geen plastic of kist op maat gemaakt. De vrachtwagen werd ook telkens zo vol mogelijk geprogrammeerd. Flexibele kisten werden gebruikt bij sterke ornamenten en fragielere werken. Voor kleinere sculpturen werden grijze verzamelkisten/bakken gebruikt, zoals bij de schilderijen. Ander verpakkingsmateriaal dat werd gebruikt: flightbox, pallet, turtle box, tyvek, mousse, spanbanden … en open bekistingen die multi-inzetbaar zijn. Voor kleine en fragiele werken werd een Lexan-enveloppe gemaakt door het team. Uiteindelijk werd er in het geheel niet veel materiaal gebruikt, dat was immers niet nodig.

Verlichting

Werkbezoek FARO en STEPP aan het KMSKA. Foto: Monique Verelst (FARO)

De volledige verlichting van het KMSKA wordt digitaal aangestuurd via de app CASAMBI. Hoe werkt dat dan juist? Er wordt gewerkt met twee systemen: de algemene verlichting, instelbaar in verschillende scenes, en het objectlicht. Het volledige systeem werd uitgebouwd met iGuzzini-lampen, hangend aan rails. Er hangen zo’n 950 armaturen in de tentoonstellingszalen, waarvan een aantal met een aanpasbare kleurtemperatuur om de werken die een gelere vernislaag hebben mooier te laten uitkomen. De rails hangen in sommige zalen op twaalf meter hoogte, wat de belichting er niet makkelijker op maakte. 

Het algemeen licht wordt via wifi aangestuurd. Vanaf een webpagina kan de operator het volledige operationele licht bedienen. Er zijn verschillende scenes, zoals dag, tentoonstelling open, bewaking, poetsen ... waarbij de intensiteit van de lampen verschilt maar ook bepaalde armaturen zoals het objectlicht geen spanning krijgen.

Het objectlicht is via bluetooth bedienbaar per zaal. Iemand moet dus de zaal in om een individuele spot te programmeren. Alle lampen zijn genummerd, in wijzerzin per zaal. Er wordt gewerkt met assen en cijfers. Het was voor het KMSKA even zoeken wat de beste nummering zou zijn: een lampen kan ook de naam krijgen van een werk, maar wanneer werken van plaats veranderen is dat niet de beste optie. Belangrijk is om de lampen correct in de software te programmeren, anders krijg je op termijn problemen. Er wordt geen foutmelding in de software opgenomen; soms staan lampen in de software als actief terwijl ze niet branden. Tijdens de installatie werd het aantal lux per schilderij uitgemeten en kreeg elke lamp een maximum lichtsterkte mee. 

Het museum telt ook een aantal bewegende werken, die worden aangestuurd met een bewegingssensor die mee in de verlichtingsrail zit. Zo haalt ‘de hand’ (Christophe Coppens) zijn energie uit de rail. Dat is handig om extraatjes aan te sluiten zonder losse kabels op de grond te moeten voorzien.

Enkele tips

  • Onderschat bij een verbouwproject de veelheid aan deeldossiers niet. Elk deeldossier heeft een eigen snelheid, en er zijn altijd onvoorziene omstandigheden om rekening mee te houden. Koppel op regelmatige basis terug met alle verantwoordelijken van de deeldossiers, zo blijft u up-to-date.
  • Het is van groot belang om de technieken en installaties niet enkel vanuit de kost bij oplevering te bekijken maar rekening te houden met de gehele levenscyclus. Hou rekening met verbruik, periodiek onderhoud, vervangbaarheid van de bouwelementen of installaties, etc op lange termijn.
  • Betrek externe expertise zo vroeg mogelijk in het traject, bv. wayfinding en een nieuwe huisstijl hebt u vroeger nodig in het proces dan u denkt.
  • School u als medewerker regelmatig bij, ook qua technische expertise. In-huiskennis over softwareprogramma’s zoals van een verlichtingsprogramma of een tekenprogramma als SketchUp is handig.
  • Een goede voorbereiding voor de inhuizing van de collectie is nodig. Het KMSKA-team maakte factsheets van de objecten en elke ruimte kreeg een kleurcode per moeilijkheidsgraad. Door alles zorgvuldig uit te werken kon er goed ingeschat worden hoeveel dagen, medewerkers en art handlers er nodig waren per zaal.
  • Het museum heeft geen sluitingsdag; onderhoud of herstellingswerken vragen dus een goede planning en veel werk na sluitingsuren. Hou daar op voorhand rekening mee.

Meer lezen?

  • Hier vindt u de powerpointpresentaties terug.
  • Hier kunt u het volledige programma van de dag en het verslag van de rondleidingen terugvinden.
  • Bekijk enkele sfeerbeelden.
Monique Verelst