Op werkbezoek in Lissabon (deel 1) - Sociale duurzaamheid, de ontwikkeling van een beleidsinstrument

Biblioteca Nacional de Portugal, tijdelijke tentoonstelling '17 faces of Action'. Foto: Monique Verelst

FARO-collega Monique Verelst trok in het kader van Erasmus+ voor een werkbezoek naar Lissabon. Ze sprak er met verschillende medewerkers uit culturele instellingen over ecologische en sociale duurzaamheid.

Wat voorafging: het startoverleg van de NEMO-werkgroep SAC (Sustainability and Climate Action) in Brussel bracht Monique Verelst en Clara Camacho begin 2023 samen. Beiden vonden elkaar in gezamenlijke werkvelden en interesses. Een half jaar later trok Monique met een shortlist van locaties en contacten naar Lissabon om meer inzicht te krijgen in goede praktijken op het vlak van sociale en ecologische duurzaamheid.

Dit blogverslag geeft een impressie van het werkbezoek maar is te kort om diep op bepaalde thema’s in te gaan. Daarom wordt waar mogelijk doorverwezen naar bijkomende info.

Sociale duurzaamheid – de ontwikkeling van een beleidsinstrument

Een eerste halte tijdens het werkbezoek was het Directorate-General for Cultural Heritage (DGPC) dat met een deel van zijn kantoren gevestigd is in het Palácio Nacional da Ajuda in Lissabon. Clara Camacho (museologe) en João Herdade (architect) – die beiden werken voor het DGPC en als trouwe metgezellen meereizen naar de andere locaties van het werkbezoek – gaven toelichting bij de werking van hun organisatie en specifieker het project CISOC. 

Het DGPC beheert tal van Portugese musea, paleizen en monumenten die op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan. Verder coördineert het het Portugese Museumnetwerk en bevordert het de documentatie en de inventarisatie van immaterieel erfgoed. Het is verantwoordelijk voor kennisontwikkeling, inventarisatie, bewaring, behoud, opwaardering en verspreiding van het architecturale, archeologische, roerende en immateriële erfgoed, evenals de ontwikkeling en implementatie van het nationale museumbeleid.

Clara Camacho werkte voor het DGPC de afgelopen jaren mee aan het grootschalige project National Plan for the Arts (NPA), een initiatief van de Portugese ministeries van Cultuur en Onderwijs. Het strekt zich, verspreid over twee delen, uit over een periode van 2019 tot 2029. Een taskforce werkt samen met lokale overheden, instellingen voor hoger onderwijs, scholen, kunstenaars, culturele en kunstorganisaties, particuliere entiteiten en het maatschappelijk middenveld. De missie van het NPA is het bevorderen van sociale transformaties door de educatieve kracht van kunst en erfgoed in de levens van (jonge) burgers.

Vanuit dit overkoepelde Nationaal Plan voor de Kunsten werd een instrument ontwikkeld, nl. het Social Impact Commitment for Cultural Organisations (CISOC). Dat is gericht op het versterken van cultureel burgerschap en stelt het publiek centraal in de praktijken van culturele organisaties, zodat hun educatieve prestaties verbeteren.

Autonomie en flexibiliteit zijn de leidende beginselen van CISOC. Elke organisatie bepaalt zelf wat geschikt en toepasbaar is, identificeert haar behoeften in de relatie met het publiek, neemt de transformatie op zich en implementeert bepaalde actielijnen, indicatoren en doelen.

Alhoewel er wordt gesteld dat duurzaamheid moet nagestreefd worden in drie dimensies – ecologisch, economisch en sociaal – wordt in het specifieke geval van deze nieuwe managementtool in een eerste fase vooral het sociale aspect aangepakt.

Wil u hierover meer weten? In wat volgt gaan we dieper in op waarom het project tot stand kwam en wat de tool dan uiteindelijk zoal omvat. Het volledige instrument kan u hier vinden; er is jammer genoeg nog geen Engelse vertaling voorzien.

CISOC, het zelfevaluatie-instrument ter versterking van cultureel burgerschap

Culturele instellingen dienen relevant te blijven en hebben een maatschappelijke rol te vervullen. Ze kunnen burgers helpen om zich te emanciperen en actiever deel te nemen aan het collectieve leven; ze kunnen een gezonde democratie bevorderen. Ze moeten diverse gemeenschappen bereiken en betrekken en tegelijkertijd relevant en toegankelijk blijven voor jong en oud, en voor diverse gemeenschappen. Zodat ze steeds relevanter worden voor de gemeenschappen die ze dienen, waardoor een meer verantwoordelijk en effectief cultureel burgerschap wordt bevorderd.

Behoeften

Om deze missie verder te kunnen ontwikkelen, hadden het management en het personeel van culturele organisaties hulp nodig om zich verder te professionaliseren. En precies met dat doel voor ogen werd CISOC ontwikkeld: instellingen in staat stellen om zelf hun werk te evalueren en strategieën te implementeren. Het instrument is een hulpmiddel, een reeks documenten die helpen om paradigma's en concepten te verduidelijken; prioriteiten te identificeren; strategieën, doelen en evaluatiecriteria te definiëren en culturele instellingen te structureren als inclusieve en echte (levenslange) educatieve territoria.

Als eerste stap in de ontwikkeling van CISOC werd nagedacht over de motivatie voor het creëren van een dergelijke publieke beleidsmaatregel. Met welke behoeften worden culturele organisaties geconfronteerd als het gaat om hun potentiële sociale impact?

Om antwoorden op deze vragen te krijgen, werd een onderzoek uitgevoerd naar de programmalijnen van enkele culturele organisaties. Dat was gebaseerd op activiteitenplannen, verslagen en informatie die gepubliceerd zijn op hun websites. Er werd speciale aandacht besteed aan de structuur, organisatie en programmering van educatie en culturele bemiddeling. Het doel? Begrijpen hoe de instellingen omgaan met publiek, diversificatie en uitbreiding. Studies, onderzoeken en wereldwijde of sectorale diagnostische rapporten werden eveneens geanalyseerd.

Na die oefening werden vijf behoeften geïdentificeerd:

  1. Een grotere betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid van culturele organisaties in het bevorderen van cultureel burgerschap, opgevat als de uitoefening van culturele rechten en plichten die zijn vastgelegd in de grondwet.
  2. Meer proactieve relaties met mensen om ze te betrekken, te vergroten en te diversifiëren.
  3. Consolidatie van geïntegreerde acties tussen culturele organisaties, scholen en de onderwijsgemeenschap.
  4. Langetermijnstrategieën gebaseerd op gegevens en indicatoren.
  5. Het versterken van de opleiding van professionals met vaardigheden in het ontwikkelen en betrekken van publiek en culturele participatie.

Op basis van deze enquête begon het onderzoek naar een tool vorm te krijgen. Vermits er (inter)nationaal geen gelijkaardig model als CISOC kon gevonden worden dat beantwoordde aan de behoeften, werd een eigen kit ontwikkeld. Die moest bovendien betrekking hebben op alle soorten culturele organisaties, zoals musea, kunstencentra, monumenten, bibliotheken, archieven, culturele centra, theaters, dansorganisaties enzovoort. Verder moest het model aangepast zijn aan diverse juridische en bestuurlijke structuren, zowel in de overheidsadministratie (centraal, regionaal en lokaal) als in verenigingen of bij particulieren.

Het instrument Social Impact Commitment for Cultural Organisations (CISOC) werd in december 2023 aan de sector gepresenteerd en is nu enkele maanden in werking.

Verwachtingen

In Portugal is het niet gebruikelijk dat de overheid managementmodellen en -instrumenten op het gebied van cultuur aanbiedt. Als beleidsmaatregel is CISOC (gestuurd vanuit de behoeften van het National Plan for the Arts) ontwikkeld vanuit de prioriteiten die door de administratie naar voren werden geschoven en die gelden voor de culturele organisaties onder voogdij van het ministerie van Cultuur.

Het instrument wordt echter veel breder ter beschikking gesteld dan enkel aan de organisaties die vallen onder het ministerie van Cultuur. Andere culturele organisaties, ongeacht hun aard en voogdijband, kunnen er eveneens van gebruikmaken. Denk bv. aan musea,   monumenten of archieven met verschillende administratieve achtergronden, zoals directe en indirecte overheidsadministraties, federale instellingen, steden en gemeenten, openbare bedrijfsentiteiten, stichtingen, particuliere organisaties, etc.

Door het instrument beschikbaar te maken voor een breed scala aan entiteiten buiten de overheidssfeer, hoopt men dat culturele organisaties zich vrijwillig zullen aansluiten bij CISOC. En dat de tool, bedoeld om hun impact te leiden en te controleren gebaseerd op hun interne capaciteit, tijd en engagement, hun duurzaamheid zal versterken.

De mate van acceptatie zal daarom de eerste indicator zijn voor de relevantie van de tool.

Hoe ziet de toolkit eruit?

Aan de publicatie van CISOC werd enkele jaren gewerkt. Alvorens de tool geïmplementeerd werd in het brede veld, werd de opzet ervan getest door 26 verschillende culturele organisaties. In een volgende stap werden de invloeden voor de kit opgelijst. Omdat er volgens de initiatiefnemers geen enkele (inter)nationale tool geschikt leek voor het doel, ontwikkelden ze hun eigen toolkit. Die bestaat uit twee delen: Grondslagen en methodologie en Ondersteunende instrumenten. De kit functioneert evenwel als een geheel waarbij de componenten op elkaar inwerken en elkaar aanvullen.

1. Grondslagen en methodologie

Omvat de belangrijkste documenten die de methodologie kaderen en het systeem van doelstellingen, effecten en indicatoren ontwikkelen waarop CISOC is gebaseerd: wat, waarom en voor wie? Dit deel omvat ook een stappenplan en een kaart van doelstellingen en effecten.

Op basis van een matrix met strategische en operationele doelstellingen en effecten wordt een menu van 110 indicatoren gepresenteerd, waarvan 94 kwantitatief en 16 kwalitatief. Dit is een uitgebreide referentie, met als doel een getest en gevalideerd instrument te bieden. Er wordt voorgesteld dat elke organisatie tussen de 16 en 24 indicatoren kiest.

2. Ondersteunende instrumenten

De implementatie van CISOC wordt vergemakkelijkt door praktische en aanvullende instrumenten die de operationele kant versterken. Denk dan aan o.a. een activatiegids, een woordenlijst, literatuur en bronnen, vaak gestelde vragen én een boekje met ondersteuningsbladen voor indicatoren.

Het doel van dit boekje is om culturele organisaties te helpen begrijpen welke informatie verzameld moet worden en om de verwerking van de verschillende indicatoren te versnellen, door gebruik te maken van bladen (één voor elke indicator) met gestandaardiseerde velden.

Invloeden

CISOC is gebaseerd op de uitgangspunten en waarden van het NPA, in het bijzonder de aanname dat:

  • culturele evenementen het noodzakelijke middel zijn voor persoonlijke en gemeenschapserkenning en voor het versterken van het gevoel bij de gemeenschap te horen;
  • de opvatting van onderwijs als een proces van levenslang leren;
  • de notie van participerende culturele ervaring, verder ontwikkeld in het Porto Santo Handvest (Porto Santo Conferentie, 2021).

Op internationaal niveau is CISOC o.a. gebaseerd op: de Conventie van Faro (Raad van Europa, 2005), de thematische indicatoren voor cultuur in de 2030-agenda (Unesco, 2019), het Charter van Rome (Roma Capitale & UCLG - Culture Committee, 2020) en Creating an Effective Audience Development Plan. An Introductory Guide to Audience Development Planning from the Audience Agency (The Audience Agency, 2020).

In de studie De toekomst van musea en cultureel erfgoed (2018-2020) worden de bevindingen geformuleerd van een onderzoek dat gedurende 1,5 jaar werd uitgevoerd op basis van een steekproef bij 37 musea, paleizen en monumenten die onder toezicht staan van het ministerie van Cultuur. Het onderzoek analyseert de huidige trends in de samenleving met gevolgen voor musea en cultureel erfgoed (vertrouwen en welzijn, demografische veranderingen, toerisme, digitale technologieën, participatie en duurzaamheid). Dat resulteert in een geactualiseerd overzicht van de huidige indicatoren die de geanalyseerde steekproef karakteriseren. Op basis van de bevindingen schetst de publicatie vijftig aanbevelingen en voorstellen die overwogen moeten worden door het overheidsbeleid in de horizon van 2030, waarbij vijf belangrijke thematische assen worden behandeld: beheer, netwerken en partnerschappen, digitale transformatie, collectiebeheer en publiek en bemiddeling. Deze bevindingen zijn een tastbare bron met relevante waarde voor beleidsmakers en voor de praktijkgemeenschap van museum- en erfgoedprofessionals en werden eveneens meegenomen in het CISOC-project.

Hoe gaat het verder?

CISOC werd eind 2023 aan de sector gepresenteerd. Het succes en de relevantie van de tool hangen samen met de acceptatie ervan in de brede sector. Tot nu toe zijn er een 20-tal culturele organisaties van verschillende aard (musea, bibliotheken, archieven, theaters en kunstencentra) die zich hebben geëngageerd, en het aantal blijft groeien. In de praktijk zal het vanaf de activiteitenplannen voor 2025 zijn dat deze verschillende organisaties CISOC zullen beginnen te gebruiken en hun sociale impact kunnen meten.

Door het instrument beschikbaar te stellen voor een breed scala aan entiteiten (gemeenten, universiteiten, overheden en diverse andere culturele spelers), hoopt men dat nog vele organisaties zich aansluiten en de nodige tijd en het engagement opnemen om ermee aan de slag te gaan. Op deze manier kan men de sociale duurzaamheid van de organisaties verbeteren en versterken.

Meer weten

Wil u meer weten over dit thema of bent u benieuwd naar meer achtergrondinformatie bij de blogreeks 'Werkbezoek in Lissabon'? Aarzel dan niet om contact op te nemen met Monique Verelst voor meer informatie of contactgegevens.

Wil u meer lezen over een eerder werkbezoek rond het thema ecologische en sociale duurzaamheid? Consulteer dan ook deze blogreeks:

Het werk- en leerbezoek aan Lissabon werd gefinancierd met middelen van Erasmus+, het programma van de Europese Commissie. Om de cultureel-erfgoedsector goed te kunnen ondersteunen zijn we immers altijd op zoek naar voorbeelden en methodieken m.b.t. participatie, educatie en specifieke cultureel-erfgoedpraktijken. Om dat denkproces te versterken, laten we ons graag inspireren door goede voorbeelden en boeiende gesprekspartners in het buitenland.

Gefinancierd door Europese Unie

Foto's: Monique Verelst (FARO)

Monique Verelst