De kunst van scenografie
Hoe breng je verhalen tot leven in een ruimte? En hoe zorg je ervoor dat die ruimte je verhaal visueel en fysiek ondersteunt? Tijdens een sessie op het Groot Onderhoud stond de wisselwerking tussen storytelling, museumarchitectuur en scenografie centraal.
De sessie werd opgedeeld in twee delen. Een theoretisch kader werd gecombineerd met inspirerende cases, toegelicht door Monique Verelst (FARO - download presentatie) en Lieven De Visch (Musea Brugge - download presentatie). In de namiddag vond een werkbezoek plaats aan het vernieuwde Museum Sint-Janshospitaal.
"Een tentoonstelling is een vertelling die zich in ruimte en tijd ontvouwt"
Storytelling is méér dan een verhaal vertellen, het gaat ook over beleving en emotie. Wanneer je die verhalen overbrengt in een fysieke ruimte, spreken we van ruimtelijke storytelling. En ook daar gaan informatie overdragen en emoties opwekken hand in hand.
Scenografie – de kunst van ruimtelijk ontwerp – kan je helpen je inhoudelijke verhaal te versterken, onder meer door gebruik te maken van architectuur en interieurarchitectuur; licht, geluid, kleuren en materialiteit; getuigenissen en persona’s; multimedia … De bezoeker beweegt zich letterlijk door het verhaal. En dat hoeft helemaal niet groots of duur te zijn. Creativiteit en visie zijn minstens even belangrijk als budget.
Enkele sterke voorbeelden
- Joods Museum, Berlijn
De architectuur ís het verhaal: een desoriënterend grondplan, ingesneden ramen en schuine vloeren, lege ruimtes creëren ongemak. De bezoeker wordt emotioneel betrokken en ervaart de geschiedenis fysiek doorheen het gebouw. - MAS, Antwerpen
Een referentie naar 19e-eeuwse pakhuizen, gestapeld en een kwartslag gedraaid. De bezoeker maakt een verticale reis door een schatkist waarin het collectieve geheugen van de stad tentoongesteld wordt. Door het spel van gesloten ruimtes en doorkijkjes werpt die tegelijkertijd de blik naar buiten.
Maar ook zonder architecturale ingrepen en met weinig budget kan je een verhaal tot leven laten komen. Een sprekend voorbeeld is het Emile Verhaerenmuseum in Puurs-Sint-Amands. Met beperkte middelen werd daar een scenografie opgebouwd rond de dichter Emile Verhaeren. Denk aan een alternatieve opstelling met tafels in notelaar in verschillende afmetingen en vormen.
Om het verhaal in de ruimte tot leven te brengen werd inspiratie geput uit het schilderij De Lezing van Théo van Rysselberghe en uit Verhaerens dichtbundel Les Villes Tentaculaires. Tafels, kleur en materialiteit zijn erop geïnspireerd. Als bezoeker wandel je door het museum en kan je mee aanschuiven aan tafel bij Verhaeren. Je ontdekt de ruimte met al je zintuigen.
Inspiratie uit Brugge
Aansluitend gaf ook Lieven De Visch, algemeen coördinator presentaties van Musea Brugge drie voorbeelden van hoe scenografie en storytelling hand in hand gaan.
BRUSK (open in 2026)
Een heel ander uitgangspunt, want hier gaat het om twee grote ‘white boxes’ zonder geschiedenis, bedoeld voor internationale bruikleententoonstellingen. Bedoeling hier is om volop in te zetten op doelgroepgericht ontwerpen, met onder meer de ontwikkeling van een doelgroeptoolkit als werkinstrument. Nog een aandachtspunt: de aanbestedingen worden afgestemd op de parallelle ontwikkeling van zowel het verhaal als het scenografische ontwerp en het multimediaplan. Het doel? Een geïntegreerd verhaal, gegroeid vanuit 1 kiem.
Wat nemen we mee uit deze sessie?
Het mag duidelijk zijn: goede scenografie is meer dan vormgeving maar gaat ook over betekenis. De vorm overstijgt het louter esthetische of functionele en verwijst meer wel dan niet ook naar een bepaalde historiek of symboliek. Er is aandacht voor de context, en elk onderdeel is drager van een bepaalde betekenis. Niet enkel in de scenografie, ook grafische vormgeving vormt een geheel.
Voorbeelden in dit verband zijn het logo van het pas geopende Abby in Kortrijk (met bv. de ‘A’ die refereert aan de nieuwe architectuur van het museum, de B naar het historische venster en de Y naar gulden sporen) of de huisstijl van het GUM (Gent), die terugkomt in alles wat het museum doet.
Conclusies:
- Werk samen: scenografen, dramaturgen, vormgevers en musea vullen elkaar aan. Musea kennen hun collectie en zijn experten in het vertellen van verhalen, de vormgevers in het vertalen van die verhalen naar ruimtelijke (of grafische) vormgeving.
- Begin bij je publiek: voor wie maak je het? Wat wil je dat ze voelen of begrijpen?
- Durf participatie in te bouwen: ga in gesprek met je doelpubliek, luister naar hun noden en verwachtingen.
- Denk procesmatig: neem tijd voor visie, ontwerp en experiment.
- Context is essentieel: de ruimte en het erfgoed moeten elkaar versterken.
- Creëer betrokkenheid: via interactie, zintuiglijke prikkels, en emotie.
- Alles is onderdeel van het verhaal: elk detail telt.
- Door in te zetten op verschillende instrumenten zorg je voor extra gelaagdheid en onderscheid je je van anderen.
Meer lezen?
De FARO-bibliotheek zet je graag op weg naar verdere literatuur. Enkele leestips:
- H. Kossmann e.a. De narratieve ruimte. Over de kunst van het tentoonstellen. Rotterdam: 010, 2012.
- J. Pallasmaa, The Eyes of the Skin. Architecture and the senses. Chicester: John Wiley & Sons, 2018.
- N. Levent e.a. The multisensory museum. Cross-disciplinary perspectives on touch, sound, smell, memory and space. Lanham: Rowman & Littlefield, 2014.
- P. Hughes, Storytelling exhibitions. Identity, truth and wonder. London: Bloomsbury Visual Arts, 2021.
Ook interessant, en te raadplegen in open access: B. Schrandt e.a. De tentoonstellingsmaker van de 21ste eeuw. Ontwerpen voor beleving. Hogeschool van Amsterdam, 2019.
Foto's: Scenografie Emile Verhaerenmuseum (Foto: Filip Dujardin) / Lieven De Visch en Sint-Janshospitaal Brugge (Foto: Monique Verelst)

