Berlijnse lessen over roofkunst en herkomstonderzoek

Berlijn. Foto: anna-m.w. via Pexels

Hoe pakken musea, bibliotheken en archieven in Duitsland roofkunst en herkomstonderzoek aan? Met die centrale vraag trokken FARO-collega’s Henrike Radermacher en Katrijn D’hamers in de week van 7 april naar Berlijn. Dankzij de steun van Erasmus+ bezochten ze er verschillende erfgoedorganisaties. Hun bezoek viel bovendien samen met de Internationale Dag van het Herkomstonderzoek op 9 april, wat hen de kans gaf om extra interessante initiatieven mee te pikken. Een verslag.

Van schrijfmachines tot schone kunsten

Tijdens deze intense week bezochten we een brede waaier aan instellingen: het Stadtmuseum Berlin, de Zitadelle Spandau, de DHM Bibliothek (Deutsches Historisches Museum), het Humboldt Forum, het Zentralarchiv, de Berlinische Galerie, het Jüdisches Museum, de Alte Nationalgalerie en het Deutsches Technikmuseum. Overal werden we warm ontvangen en gingen we in gesprek over diverse praktijken en uitdagingen.

Berlijnse muur © FARO

Wat meteen opviel, was hoe divers de verschillende organisaties zijn – in omvang, collecties en thematische focus. Van etnologische objecten in het Humboldt Forum tot kunstbloemen, schrijfmachines en drukstenen in het Technikmuseum, van schilderijen in de Berlinische Galerie tot historische publicaties in de bibliotheek van het DHM.

Sommige instellingen focusten tijdens ons bezoek op onrechtmatige verwervingen tijdens de Sovjetbezetting van Oost-Duitsland, waarbij bezittingen werden geconfisqueerd en soms doorverkocht naar West-Duitsland. Uiteraard kwam ook de periode van het nationaalsocialisme (1933-1945) uitgebreid aan bod, net als de koloniale context. Die geschiedenissen blijken vaak nauw verweven: ook tijdens het naziregime verdwenen kunstwerken met een koloniale herkomst uit handen van hun eigenaars.

Waarom dit werkbezoek?

Herkomstonderzoek en roofkunst zijn actuele thema’s, zowel in Vlaanderen als internationaal. Erfgoedorganisaties kijken steeds kritischer naar de oorsprong van hun collecties en zetten in op transparantie en rechtvaardigheid. Toch zijn er nog veel uitdagingen, zoals de financiering van onderzoek en het ontbreken van een helder regelgevend kader.

Ook in Vlaanderen worden stappen gezet. Minister van Cultuur Caroline Gennez kondigde onlangs enkele initiatieven aan, waaronder een commissie onder leiding van emeritus professor Bruno De Wever. Die zal een kader ontwikkelen voor de afhandeling van claims rond naziroofkunst. Daarna volgt een permanente restitutiecommissie die advies zal geven over zulke dossiers.

FARO neemt de opgedane inzichten en inspiratie mee in de verdere ondersteuning van de cultureel-erfgoedsector. Hoe dat precies vorm krijgt, lees je binnenkort.

In een reeks van drie blogs delen we, Henrike en Katrijn, onze ervaringen. In deze eerste blog staan het Stadtmuseum Berlin en de Zitadelle Spandau centraal.

Stadtmuseum Berlin

Eén museum, verschillende locaties

Het Stadtmuseum Berlin is een van de grootste cultuurhistorische musea van Duitsland. Het telt momenteel 6 locaties – waarvan er één gesloten is voor renovatie – en beschikt over een omvangrijk museumdepot. Daarnaast zijn er ambitieuze plannen voor een Museums- und Kreativquartier, met twee extra vestigingen in het vooruitzicht. Het museum zet sterk in op interactie met en participatie van de diverse Berlijnse stadsgemeenschap.

De collectie omvat miljoenen (!) zeer uiteenlopende objecten en deelcollecties – typisch voor een stadsmuseum. Van circus- en theatererfgoed tot meubels, schilderijen, keramiek en alledaagse gebruiksvoorwerpen: een hele uitdaging voor zowel collectiebeheerders als herkomstonderzoekers.

Al vroeg ingezet op herkomstonderzoek

We worden hartelijk ontvangen door de twee herkomstonderzoekers van de Stiftung Stadtmuseum Berlin: Dr. Regina Stein en Andreas Bernhardt.

V.l.n.r.: Regina Stein, Katrijn D'hamers, Henrike Radermacher en Andreas Bernhardt © FARO

Andreas Bernhardt voert sinds 2008 herkomstonderzoek uit in het Stadtmuseum Berlin. Sindsdien is er volgens hem ontzettend veel veranderd. De aandacht voor herkomstonderzoek binnen musea is sterk toegenomen, en ook de randvoorwaarden zijn almaar beter geworden. Steeds meer belangrijke archieven worden gedigitaliseerd, wat het onderzoek vergemakkelijkt. Ook het Stadtmuseum draagt zijn steentje bij door zo veel mogelijk van zijn eigen archief te digitaliseren en toegankelijk te maken.

De Berlijnse Senatsverwaltung für Kultur und Europa financiert sinds 2010 systematisch herkomstonderzoek. Vanaf 2018 kwamen daar verschillende posities voor herkomstonderzoek in grote culturele erfgoedinstellingen van de deelstaat bij. Sindsdien zijn er vaste posities bij de Berlinische Galerie, het Stadtmuseum (Andreas Bernhardt), de Zentral- und Landesbibliothek Berlin, het Bröhan-Museum, Stiftung Preußische Schlösser und Gärten Berlin-Brandenburg en het Deutsches Technikmuseum Berlin. Daarnaast worden ook tijdelijke onderzoeksprojecten ondersteund, gefinancierd door zowel de Senatsverwaltung als het Deutsches Zentrum für Kulturgutverluste (German Lost Art Foundation). 

Het herkomstonderzoek in het Stadtmuseum richt zich vooral op de periode van het nationaalsocialisme (1933-1945). Onderzoekster Regina Stein focust haar onderzoek momenteel op de aanwinsten van het museum na 1945, in de context van de Sovjetbezettingszone (SBZ) en de DDR.

Hoe worden de resultaten van het onderzoek gedeeld?
Blog van het museum

Het Deutsches Zentrum für Kulturgutverluste (German Lost Art Foundation) beheert de databank Proveana, waar onderzoeksrapporten gedeeld worden. Deze databank ondersteunt herkomstonderzoek door historische informatie te documenteren en transparanter te maken, met als doel bij te dragen aan het oplossen van nog openstaande dossiers. Ook de rapporten van het Stadtmuseum zijn er te vinden.

Als uit het onderzoek blijkt dat het om een object gaat dat onrechtmatig in de collectie is beland, wordt die informatie gedeeld in de Lost-Art Database. Zo wordt actief gezocht naar de rechtmatige erfgenamen. Verschillende objecten konden zo al gerestitueerd worden.

Goede en transparante communicatie is erg belangrijk om het onderwerp in de publieke belangstelling te verankeren. Om de resultaten van hun onderzoek ook voor het publiek toegankelijk te maken, publiceren Regina Stein en Andreas Bernhardt geregeld blogs op de museumwebsite of een artikel in het Museumsjournal Berlin.

Verschlungene Wege
Verschlungene Wege

In de publicatie van het Stadtmuseum “Verschlungene Wege. Sammlungsobjekte und ihre Geschichte” (2018) tekende Andreas Bernhardt de verhalen van enkele van de tot dan toe onderzochte objecten en deelcollecties op. De verzameling objectgeschiedenissen leest soms als een spannende detective en toont de grote verscheidenheid aan objecten aan, hun letterlijk ‘verschlungene Wege’ (kronkelpaden) hoe ze in de collectie zijn beland en de soms verrassende uitkomsten van het onderzoek.  


Het doel van het herkomstonderzoek blijft om onontdekte roofkunst op te sporen om een rechtvaardige en eerlijke regeling te kunnen treffen met de rechtmatige eigenaren. Maar de gewonnen extra informatie voegt ook een waardevolle laag toe voor het museum en publiek.  

Daarom willen Regina Stein en Andreas Bernhardt graag dat de resultaten van hun onderzoek ook in de databank van het museum (Sammlung online) bij elk object terug te vinden is maar daarvoor moeten er nog interne afspraken en technische aanpassingen komen. Ook privacy is soms een issue, zeker als het om de aanwinsten van na 1945 gaat. Enkele Duitse musea met eenzelfde systeem van database ontwikkelen een netwerk met als doel om herkomstgegevens te kunnen uitwisselen voor onderzoek. 

Enkele van de onderzochte objecten met status roofkunst, worden toch op zaal getoond. Daar staat dan een context bij, of een QR-code voor verdiepende informatie.  Uiteraard staan ze ook in de Lost-Art-Database. Wat contextualisering betreft, willen de onderzoekers dit nog systematischer aanpakken. Nog een uitdaging dus. 

Wat met conservatie en restauratie?  

Bij objecten die met zekerheid roofkunst zijn maar nog zonder rechtmatige eigenaar, rijst soms de vraag of zij - indien nodig - nog door het museum gerestaureerd moeten worden. Dit hangt volgens de onderzoekers erg af van het object en de context. Een voorbeeld in het Stadtmuseum is een deelverzameling afkomstig van de Joodse tabakshandelaar Max Feist. Het herkomstonderzoek heeft duidelijk naar voren gebracht dat deze objecten onrechtmatig in het bezit van het museum zijn gekomen maar de proactieve zoektocht naar erfgenamen was tot nu toe zonder succes. Hoewel duidelijk is dat de objecten niet thuishoren in het museum, werden ze gerestaureerd en ook tentoongesteld maar met uitleg over de context erbij. Zo hoopt men ook om tips te kunnen verzamelen.  

Wat zijn nog werkpunten volgens Regina Stein en Andreas Bernhardt? 
  • Nood aan permanente jobs in herkomstonderzoek.  
    De budgetten zijn nu vaak beperkt, ook in tijd. De mogelijkheden die projectsubsidies bieden zijn erg waardevol voor korte afgebakende projecten maar er is veel werk op de plank en elk museum zou een vaste herkomstonderzoeker moeten hebben. Naast de ontbrekende werkzekerheid voor de onderzoekers gaat door de wissels ook waardevolle kennis verloren. 
  • Een centraal aanspreekpunt 
    Vaak zijn (privé)collecties in de loop van de geschiedenis verspreid geraakt over verschillende instellingen. Regina Stein en Andreas Bernhardt roepen op om in zulke gevallen de krachten te bundelen en samen onderzoek te doen en expertise uit te wisselen. Dit vergemakkelijkt het onderzoek en bij eventuele claims moeten  families zich niet tot aparte musea richten.
  • De rol van particulieren en kunsthandel behoeft meer aandacht. 

Zitadelle Spandau

Een fort vol geschiedenis
Zitadelle Spandau © FARO


 

Een blik op de collectie van Zitadelle Spandau © FARO

In het Berlijnse district Spandau bevindt zich de indrukwekkende Zitadelle, een renaissancefort uit de 16e eeuw, gebouwd op de resten van een middeleeuws kasteel. Oorspronkelijk diende het als verdedigingsbolwerk voor de stad Berlin-Cölln. Tijdens de naziperiode werden er chemische wapens ontwikkeld – een beladen geschiedenis die vandaag aan bod komt in de vaste museumopstelling. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het fort in Britse handen, om in 1948 te worden overgedragen aan de Duitse autoriteiten. Sindsdien heeft het enkel een burgerlijke functie, met sinds 1960 het Museum voor Lokale Geschiedenis van Spandau als vaste bewoner.

Het museum herbergt een bonte en veelzijdige collectie, met onder meer huishoudtoestellen van Siemens (oorspronkelijk gevestigd in Spandau), filmrekwisieten, historische kleding en militaire objecten uit de 16e eeuw. Van veel stukken is de herkomstgeschiedenis onbekend. Sommige objecten werden simpelweg in dozen voor de deur achtergelaten, zonder enige toelichting.

Problematische beelden onder de loep

In een open tentoonstellingsdepot bezoeken we de permanente tentoonstelling Unveiled. Berlin and its monuments, die focust op beelden in de publieke ruimte tussen 1849 en 1986. Zowel omstreden monumenten die intussen uit het straatbeeld zijn verdwenen als nooit gerealiseerde propagandaplannen krijgen er een plaats. Grote symbolen uit het Duitse Rijk, de Weimarrepubliek, het nationaalsocialisme en de DDR passeren de revue. Zeker de moeite om de website van de expo en de vele bijhorende filmpjes uit te pluizen.


In het gesloten depot bevinden zich nog andere beladen beelden, zoals een Hitlerbuste, werk van nazikunstenaar Arno Breker en een beschadigd beeld van een vrouw van kleur. Ze zijn enkel op afspraak te bekijken. De context blijft gevoelig en vraagt om zorgvuldige omgang.

Beelden uit de tentoonstelling Unveiled. Berlin and its monuments, Zitadelle Spandau © FARO
Beelden uit de tentoonstelling Unveiled. Berlin and its monuments, Zitadelle Spandau © FARO
Beelden uit de tentoonstelling Unveiled. Berlin and its monuments, Zitadelle Spandau © FARO
Beelden uit de tentoonstelling Unveiled. Berlin and its monuments, Zitadelle Spandau © FARO
Beelden uit de tentoonstelling Unveiled. Berlin and its monuments, Zitadelle Spandau © FARO
Beelden uit de tentoonstelling Unveiled. Berlin and its monuments, Zitadelle Spandau © FARO
Beeld uit het gesloten depot, Zitadelle Spandau © FARO
Beeld uit het gesloten depot, Zitadelle Spandau © FARO
Beeld uit het gesloten depot, Zitadelle Spandau © FARO
Herkomstonderzoek: traag maar essentieel

Met beperkte middelen voert herkomstonderzoeker Friederike Klose onderzoek naar de oorsprong van museumstukken. Vaak is er weinig documentatie beschikbaar, zijn er hiaten in de geschiedenis en ontbreken zelfs inventarissen. Haar focus ligt op objecten die tijdens het nationaalsocialisme werden verworven. Objecten uit de DDR-periode of het koloniale tijdperk lijken nauwelijks aanwezig.

Friederike vertelt over enkele voorbeeldonderzoeken. Die vragen veel tijd om sporen te achterhalen en te onderzoeken, zonder garantie op resultaat. Zo werden verschillende onderzoeken gestart over enkele objecten, maar slechts bij enkele viel een problematische herkomst vast te stellen.

Tijdens een expo over 100 jaar Museum Spandau werd onder andere een 19e-eeuwse gildedoos getoond, maar de herkomst was onduidelijk: was het een schenking, of was de gilde gedwongen ze af te staan tijdens de Tweede Wereldoorlog? In de naziperiode was er namelijk geen tolerantie voor verenigingen die niet volledig te controleren vielen. Verschillende verenigingen werden gedwongen hun activiteiten stop te zetten. Na onderzoek bleek dan toch dat de doos rechtmatig was verworven door het museum, nog voor de confiscatiemaatregelen van de nazi's. Het museum voegde een duidelijk tekstlabel toe met de bevindingen van het herkomstonderzoek.

Popje, Museum Spandau © FARO


 

Voetboei, Museum Spandau © FARO


 

Standbeeld Hermann Göring, Museum Spandau © FARO

Een ander voorbeeld betrof een popje, ‘Gevonden op straat’ en voorzien van een oud inventarisnummer. Uiteindelijk bleek het om een van de oudste stukken uit de collectie te gaan. Zonder context bleef het verhaal onduidelijk, tot een tentoonstelling het object eindelijk een plaats gaf.

Nog in de collectie: een schedel, enkele beenderen en een voetboei, opgegraven in 1938 in de buurt van de citadel. De schedel werd ooit zonder context op kinderhoogte tentoongesteld, maar na ethische bezwaren snel uit de expo verwijderd. Beperkt onderzoek bracht aan het licht dat de resten afkomstig zijn van een historische executieplek. Volgens de overlevering werd de voetboei aangebracht uit angst voor wraak van de overledene.

Een antropoloog stelde vast dat de persoon ongeveer 30 jaar oud was, maar het geslacht kon niet worden bepaald. Tijdens de tentoonstelling over 100 jaar Museum Spandau werden de menselijke resten niet getoond; in de plaats daarvan werd een tekening met onderzoeksinformatie gepresenteerd. Intussen zijn alle menselijke resten uit de opstelling gehaald en ondergebracht in het depot. Door beperkte middelen ontbreekt het helaas aan optimale bewaaromstandigheden – de schedel ligt momenteel opgeslagen in een doos.

Bij de ingang van de Zitadelle staat een metalen standbeeld waarvan lange tijd werd aangenomen dat het eigendom was van Hermann Göring en tentoongesteld werd in zijn residentie in Carinhall (Brandenburg). Göring koesterde daar grootse plannen voor een immense kunstcollectie. Volgens een opschrift is het beeld afkomstig uit het atelier van Antonio Frilli in Firenze, waar Göring regelmatig kwam. Friederike Klose zocht naar bewijsmateriaal in krantenarchieven en het Nationaal Archief in Parijs, aangezien het atelierarchief verloren is gegaan en foto's van Carinhall zeldzaam zijn door Görings fotografieverbod.

Uiteindelijk vond Friederike in Parijs een aankoopbewijs uit 1937 of 1938, waarmee de herkomst bevestigd werd. Na de oorlog werden de beelden achtergelaten, terwijl de kunstwerken uit Carinhall werden geëvacueerd. Kurt Reutti speelde nadien een sleutelrol in het veiligstellen van kunstwerken in het getroffen Berlijn. Hij bracht het beeld over naar een bronswerkplaats in West-Duitsland, vanwaar het in 1964 bij de Zitadelle belandde – Spandau maakte toen deel uit van West-Berlijn. Hoewel het beeld deel uitmaakt van de collectie, is het eigendom van de Duitse staat. Om vandalisme of verheerlijking te voorkomen, ontbreekt elk informatiebord.

Tips van Friederike
  • Investeer structureel in herkomstonderzoek
    Veel musea, zoals dat van de Zitadelle, werken met beperkte middelen voor herkomstonderzoek. Vaak gaat het om tijdelijke projecten en middelen, wat onvoldoende is. Elk museum verdient een vaste onderzoeker.
  • Zorg voor goede databases
    Zonder inventaris is onderzoek haast onmogelijk. In de Zitadelle waren er wel objecten met een inventarisnummer, maar geen inventaris. Intussen wordt gewerkt met een Excel-lijst. Er is echter nood aan budgetten voor verdere professionalisering. Zonder inventaris zijn veilingbonnen of andere bewijsstukken amper te koppelen aan specifieke objecten.
  • Communiceer naar het publiek
    Veel onderzoekswerk is onzichtbaar. Transparantie en duiding zijn essentieel.
  • Stel duidelijke prioriteiten
    In Spandau ligt de focus op de periode 1933-1945.

Relevante bronnen

Cover

Een interessante gids is de Erstcheck Provenienzforschung. Deze gids is bedoeld voor musea met beperkte middelen en biedt een toegankelijke methode om de herkomst van collectieobjecten te onderzoeken. Er is bijzondere aandacht voor stukken die mogelijk verband houden met nazivervolging, DDR-onrecht of koloniale toe-eigening. Erstcheck helpt musea om objecten in te delen in vier categorieën: roofkunst, verdacht, onduidelijk of onschuldig. De methode werd ontwikkeld door de museumverenigingen van Sachsen-Anhalt, Brandenburg en Hessen.


Foto bovenaan: anna-m.r. via Pexels. Alle overige foto's: © FARO

Gefinancierd door de Europese Unie

Het werk- en leerbezoek aan Berlijn werd gefinancierd met middelen van Erasmus+, het programma van de Europese Commissie. Om de cultureel-erfgoedsector goed te kunnen ondersteunen zijn we immers altijd op zoek naar voorbeelden en methodieken m.b.t. participatie, educatie en specifieke cultureel-erfgoedpraktijken. Om dat denkproces te versterken, laten we ons graag inspireren door goede voorbeelden en boeiende gesprekspartners in het buitenland.

Katrijn Dhamers
herkomstonderzoek
restitutie
roofkunst
Naziroofkunst
Werkbezoek / studiereis