Spot & satire boven: de rol van humor tijdens Aalst Carnaval
Carnaval in Aalst: het is een van de bekendste – en meest besproken – tradities van ons land. Drie dagen lang vult de stad zich met praalwagens, verklede groepen en vooral: een flinke portie humor. Want zonder spot en satire is het geen écht Aalst Carnaval. Maar waar komt die typische humor vandaan? En hoe ver kan je daarin gaan?
Michaël Van Houtte, publieksmedewerker bij Erfgoedcel Denderland, vertelt ons meer over deze bijzondere carnavalstraditie.
Hoe belangrijk is de rol van humor in Aalst Carnaval?
Michaël: "Humor, spot en satire zijn onlosmakelijk verbonden met Aalst Carnaval. In die mate zelfs, dat ze 'Aalst' onderscheiden van andere carnavals, in België én daarbuiten. Denk bijvoorbeeld aan het carnaval in Rio, waar vooral pracht en praal de boventoon voeren. Neem de (bijtende) spot weg, en Aalst Carnaval is zichzelf niet meer. Om maar te zeggen: voor veel carnavalisten is het een wezenlijk onderdeel van de traditie.
Dat neemt niet weg dat heel wat groepen inzetten op spectaculaire praalwagens, compleet met rookmachines en lichteffecten allerhande. Het publiek komt ook voor dat wauweffect: de show, de kostuums, de glitter, de praal. Het mag dus ook mooi zijn. Onder carnavalisten is hier wel wat discussie over: sommige groepen willen vooral pracht en praal brengen, andere leggen de nadruk op scherpe spot en satire. Maar een keuze hoeft niet gemaakt te worden. Aalst Carnaval ís zowel spot als praal.
De grappen, vervat in wagens en/of kostuums, borduren vaak voort op lokale gebeurtenissen, waardoor niet iedereen ze begrijpt. Vooral de losse groepen, zonder praalwagen, spelen graag in op de (meest) recente actualiteit. Groepen met praalwagens kunnen dat niet: zij beginnen al een jaar op voorhand te bouwen aan hun spectaculaire constructies, wat heel veel energie, tijd en middelen vraagt.
Voor carnavalisten gaat het erom de grens op te zoeken: een grap die te braaf is, is niet goed, maar een te scherpe evenmin. Wat maakt een grap geslaagd? Daar is geen formule voor."
Kan je een voorbeeld geven?
Michaël: "Er was het thema van de Bende van Nijvel, een gevoelig onderwerp in Aalst. Toch durfde een carnavalsgroep het aan om het in de stoet te brengen onder de titel ‘De benje verjoort’ ('De bende verjaart'). Ze lachten niet met de gruwelijkheden of het leed van de nabestaanden, maar namen de mistoestanden in het dossier op de korrel. Zo werd hun bijdrage een aanklacht tegen justitie én een hart onder de riem voor de nabestaanden van de slachtoffers. Vooraf zocht de groep ook contact met de nabestaanden en het enige overlevende slachtoffer van de overval van de bende in Aalst. Elk thema kan dus aan bod komen, zolang het maar op de juiste manier gebracht wordt."
Je hoort vaak dat je van Aalst moet zijn om het carnaval te snappen. Is dat zo?
Michaël: "Inhoudelijk klopt dat, want het zijn vaak lokale politici – met de burgemeester op kop – die door de mangel gehaald worden. Grappen verwijzen dan naar een specifieke lokale gebeurtenis, zoals een schepen die net een echtscheiding achter de rug had. Er werd niet gelachen met de scheiding zelf, maar met het gegeven dat hij het carnaval zou missen omdat hij geen babysit vond. Ook andere lokale dossiers zijn vaak het mikpunt van spot, zoals de veiligheid aan de stationsbuurt, de dure en lange restauratie van een kerk of de fusie van twee Aalsterse ziekenhuizen.
Ook de traditie van ‘in elkaars zakken zitten’ kan voor mensen van buiten Aalst bevreemdend overkomen. Dat is de gewoonte om elkaar spottend en verwijtend aan te spreken, bijvoorbeeld met 'Hé, dikken'. Aanvaard je dat? Maak je zelf de mop af? Het is een manier om contact te zoeken. Accepteer je dat en ga je mee in de grap, dan hoor je erbij. Humor draait hier dus enorm om zelfspot en zelfrelativering. Ook dat is eigen aan Aalst Carnaval."
Hoe wordt die humor doorgegeven?
Michaël: "Spot en satire worden heel erg gecultiveerd. Een bekend voorbeeld zijn de karikaturale koppen die je terugziet op de praalwagens. Er wordt gespeeld met clichés, die uitvergroot worden om de mop te maken. Mensen langs het parcours hebben maar 20 à 30 seconden om de mop te snappen. En dus grijpen carnavalisten vaak terug naar stereotypen die iedereen kent. De ene keer slagen ze in hun opzet, de andere keer gaan ze het te ver zoeken en slaan ze de bal volledig mis.
Die stereotype beelden kunnen ook voor onbegrip zorgen bij een deel van het publiek. Soms met verregaande gevolgen, zoals het schrappen van Aalst Carnaval van de Representatieve Lijst van het Immaterieel Erfgoed van de Mensheid na de stoet van 2019. Een groep voerde toen joodse karikaturen op, die achteraf voor heel wat discussie zorgden. Toch is het nooit de bedoeling om mensen te beledigen. Integendeel, plezier staat altijd voorop.
Die spottende traditie, de typische carnavalshumor, wordt op verschillende manieren doorgegeven. Je ziet die spot niet enkel in de praalwagens, maar ook in hoe carnavalisten met elkaar omgaan. De traditie om elkaar al lachend verwijten toe te spelen, wordt zelfs doorgegeven aan kinderen via een boekje Men iejste Verwoitboeksken. Dat geeft niet alleen bijzondere dialectwoorden door, maar geeft ook mee dat in het Aalsters verweten worden een teken van liefde is.
Wie carnaval zegt, zegt natuurlijk ook carnavalsmuziek. Veel liedjes worden in het dialect gezongen en houden zowel het Aalsters dialect als de humor die erin zit, levend. Twee vliegen in één klap dus."
Speelde humor altijd al deze rol in Aalst Carnaval?
De stoet zoals we die nu kennen is een recenter fenomeen en ontstond in 1923. Aanvankelijk namen vooral folkloristische groepen van buiten Aalst deel, met als doel de middenstand te ondersteunen: een mooie stoet zou immers heel wat mensen naar Aalst lokken. Pas vanaf de jaren 1950 zien we de komst van Aalsterse groepen, met almaar meer aandacht voor humor. Gaandeweg verdwenen de niet-Aalsterse verenigingen. Humor, spot en satire zijn dus relatief jonge elementen in de stoet. Spitsvondigheid is daarbij cruciaal: carnalisten zoeken continue de balans tussen een voor de hand liggende grap en één die te ver gezocht is."
Foto's: 'Me ons meigde wel lachen' / Losse groep lacht met de klimaatmarsen tijdens Aalst Carnaval © Gert Swillens
Video: de documentaire Oilsjt Carnaval onder de mensjen (2025), die je hierboven of via YouTube kan bekijken, is een vervolg op 'Oilsjt op zèn best' uit 2024 (zie YouTube). Voor het vervolg werden hoekjes van het carnaval opgezocht waar de camera’s zelden komen: bij individuele carnavalisten, families, voil jeanetten en werkers achter de schermen.

