Volgens het aprilnummer van InformatieProfessional wil de British Library tweehonderd vooraanstaande Britse wetenschappers interviewen. De interviews zullen volgens de regels van de kunst worden afgenomen, beschreven, gearchiveerd en ontsloten via de Oral History catalogus op de website van de British Library. Het mooie is dat de British Library dankzij een volgehouden politiek van gelijkaardige thematische mondelinge geschiedenisprojecten, inmiddels al een zeer groot corpus van mondelinge bronnen heeft gecreëerd. Een bronnenverzameling die nota bene online zeer goed toegankelijk is.

Hoe is het trouwens hier te lande gesteld met de interviews die in het kader van erfgoedprojecten werden afgenomen? Het is alvast een feit dat de mondelinge geschiedenisboom van de laatste jaren, heel wat waardevolle resultaten heeft opgeleverd in de vorm van publicaties, websites, tentoonstellingen, enzovoort. Deze tendens heeft op zijn beurt meegeholpen aan de verbreding en verdieping van het draagvlak voor cultureel erfgoed in Vlaanderen. Maar de hamvraag is of de popularisering van mondelinge geschiedenis als methode, onder meer door de DVD-box 'Van Horen Zeggen. Mondelinge geschiedenis in de praktijk', ook een effect heeft gehad op de bewaring en toegankelijkheid van mondelinge bronnen? Is er vooruitgang geboekt sinds Roel Vande Winkel in 2004 in het onderzoeksrapport ‘Van Horen Zeggen. Mondelinge, historische bronnen bewaren en ontsluiten’ tot de conclusie kwam dat de bewaring en toegankelijkheid van de mondelinge bronnen in archieven doorgaans problematisch is? Een analyse dringt zich op.