Groot Onderhoud 2024 | Hoe toekomstgeletterd bent u al?

Kaartlegger, Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1790. Publiek domein via Rijksstudio

Stel dat we u vragen: "hoe ziet uw erfgoedorganisatie eruit in 2070?" De kans is groot dat u na enig fronsen en nadenken met een toekomstbeeld op de proppen komt. Misschien hebben robots alles overgenomen, is de collectie uitgedund na enkele grote rampen, of krijgt u juist meer bezoekers dan ooit. Iedere erfgoedwerker heeft zo een heel eigen versie van de verwachte toekomst.

Maar evengoed wil u helemaal niet meedoen aan ons experiment. U roept verschrikt uit: “We kunnen de toekomst toch niet voorspellen? De toekomst is zo complex en zo onzeker, daar doe ik geen uitspraken over.” Snappen we.

In dat laatste geval vertrekt u van de aanname dat de toekomst volledig ongrijpbaar is. Iets waar we geen vat op hebben en wat ons overkomt, zoals het noodlot van de oude Grieken. En dat klopt niet, zegt Riel Miller, hoofd toekomstgeletterdheid bij Unesco. We kunnen wel degelijk nog sturen en kiezen. Maar daar moeten we wel toekomstgeletterd voor zijn.

Toekomstgeletterdheid als competentie

Toekomstgeletterdheid is niets meer of minder dan “het vermogen om verschillende toekomsten te kunnen verbeelden en op basis daarvan met een andere blik naar het heden te kijken”.

Kort gezegd komt het erop neer om nieuwsgierig en vrij van oordeel naar de toekomst te kijken. De verwachtingen die we nu hebben over de toekomst worden immers gekleurd door onze aannames en de dominante narratieven om ons heen. Maar er zijn andere toekomsten mogelijk: droomtoekomsten, absurde toekomsten, onverwachte toekomsten, enzovoort. Hoe meer van die toekomsten we verkennen, hoe meer we kunnen nadenken over onze premissen en hoe onze gewenste toekomst eruit moet zien. Op basis daarvan kunnen we vandaag beslissingen nemen die naar die gewenste toekomst leiden.

Unesco wil met de competentie toekomstgeletterdheid gemeenschappen over de hele wereld ondersteunen om verschillende mogelijkheden in het heden te zien. En ze zo te stimuleren om de toekomst meer in handen te nemen.

Een methodiek: het Futures Lab

Omdat het bovenstaande wellicht wat abstract is, ontwikkelde Riel Miller voor Unesco een praktische handleiding voor een Futures Lab. Zo’n bijeenkomst bestaat uit vier basisstappen:

  1. Onthullen: de workshop start zoals deze blog, met een vraag naar verwachte toekomsten. Daarnaast wordt ook gepeild naar een droomtoekomst. Op basis van de antwoorden denken de deelnemers na over hun aannames, hun verwachtingen, hun emoties en hun voorkeuren.
  2. Herkaderen: de facilitator confronteert de deelnemers met een totaal ander toekomstbeeld (de handleiding bevat enkele voorbeelden) en vraagt om vanuit die toekomst opnieuw over de centrale vraag na te denken. Ook dat levert weer nieuwe antwoorden op.
  3. Herdenken: op basis van de eerste twee rondes gaan de deelnemers andere vragen stellen aan het heden. Welke strategieën zijn er nodig om de gewenste toekomsten te bereiken?
  4. Actieplan: de workshop landt met concrete acties die vanaf vandaag al een verschil kunnen maken. Want een ideale toekomst komt niet uit de lucht gevallen maar bouwt u zelf, stap voor stap.

In deze handleiding vindt u meer uitleg over deze werkvorm en tal van tools en methodieken om concreet met groepen aan de slag te gaan.

In dit artikel vertelt Riel Miller hoe de methodiek tot stand kwam en hoe die ingezet werd in verschillende culturele contexten.

Zelf ervaren?

  • In deze video van 10 minuten zet Loes Damhof u aan het denken en legt ze helder uit hoe de toekomstlabs werken.
  • Op het Groot Onderhoud van 30 mei gaan we in een namiddagsessie ook aan de slag met enkele van deze tools.
  • Kunt u niet wachten? Print dan al de Futures origami van Unesco af, plooi het in elkaar en stel uw collega’s, vrienden en familieleden alvast enkele boeiende vragen over hun aannames voor de toekomst!

Foto: Kaartlegger, Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1790. Publiek domein via Rijksstudio

Jacqueline van Leeuwen